Per wet van 6 juli 2017 (B.S. 24 juli 2017) werd de verjaringstermijn inzake leveringsfacturen voor water, gas, elektriciteit en telecom verduidelijkt en vastgesteld op vijf jaar.
Ondertussen was bijna unaniem aangenomen dat deze schuldvorderingen vielen onder de vijfjarige verjaringstermijn van 2277 Burgerlijk Wetboek omwille van hun periodiek karakter, maar er bestond toch discussie over de vraag of deze schulden niet verjaarden na één jaar (art. 2272 BW) of na tien jaar (als het periodiek karakter ervan betwist werd). De termijn wordt nu bepaald op vijf jaar ongeacht of de schuldenaar consument of professioneel is.
Art. 2277 BW werd dus als volgt aangevuld: “Schuldvorderingen wegens levering van goederen en diensten via distributienetten voor water, gas of elektriciteit of de levering van elektronische communicatiediensten of omroeptransmissie- en omroepdiensten via elektronische communicatienetwerken verjaren na verloop van vijf jaren”.
Amendementen om de termijn tot 2 jaar terug te brengen werden niet aangenomen.