Actualiteit

Algemeen handelsrecht

Covid-19 en handelshuur: geen huur verschuldigd tijdens sluiting volgens Vred. Etterbeek 30 oktober 2020

· Olivier Vanden Berghe

De covid-19 epidemie heeft de relaties tussen verhuurders en huurders van door de sluiting getroffen handelspanden zwaar op de proef gesteld. Tussen partijen die geen akkoord vonden om deze moeilijkheden te overbruggen, zijn de standpunten vaak radicaal tegenovergesteld: de huurder stelt door de verplichte sluiting geen huur verschuldigd te  zijn, terwijl de verhuurder stelt het pand nog steeds ter beschikking te stellen, zodat niets de betaling van de huur in de weg staat. Vrederechters hebben in de afgelopen maanden op uiteenlopende wijze deze geschillen beslecht. Soms wordt de huurder veroordeeld tot betaling van de integrale huur tijdens de sluiting. De vrederechter te Oostende (1e kanton, 10 juli 2020) verwees naar het gebrek aan overmacht in hoofde van de huurder, vermits financiële overmacht de schuldenaar niet bevrijdt (zie Cass. 18 juni 2018). De vrederechter te Bree (16 juli 2020) veroordeelde de huurder evneens wegens gebrek aan overmacht. Hij stelde tevens vast dat de verhuurder in de gegeven omstandigheden geen rechtsmisbruik pleegde ...

Lees de bijdrage

Insolventie

Cass. 18 september 2020, nr. C.18.0353.N: advocaten verdienen ook een fresh start

· Inge Vandeplas

Dit arrest gaat over de interactie tussen de reglementen van de raden van de Orde van Advocaten en de bepalingen omtrent het beroepsverbod in boek XX van het WER. ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

Eerste veroordeling van verkoopsweigering wegens misbruik van economische afhankelijkheid (nieuwe B2B wet) - Vz. Orb. Gent 28 oktober 2020

· . Library

In een beslissing van 28 oktober 2020, wellicht een eerste toepassing van de nieuwe B2B wet van 4 april 2019, heeft de Voorzitter van de Ondernemingsrechtbank te Gent, zetelend zoals in kortgeding, een veroordeling uitgesproken steunend zowel op het verbod op misbruik van economische afhankelijkheid (art. IV.2/1 WER), in werking getreden op 22 augustus 2020, als op het eerder bestaand algemeen verbod op oneerlijke markpraktijken tussen ondernemingen (art. VI.104 WER). Een Belgische onderneming actief in ontwerp en verhandeling van onder meer kinderkledij had eenzijdig en zonder aankondiging geweigerd om de bestellingen uit de wintercollectie 2020 te leveren aan een handelaar die een kleinhandelszaak uitbaatte. De weigering tot levering volgde op de onmiddellijke beëindiging van de handelsrelatie door de leverancier op grond van vermeende betalingsmoeilijkheden in hoofde van de kleinhandelaar. De leverancier verwees in dit verband naar zijn algemene voorwaarden die hem zouden toelaten de gehele bestelling en nog lopende overeenkomsten te annuleren indien het vertrouwen in de kredietwaardigheid van de klant geschokt wordt. ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

L'exception d'arbitrage peut être invoquée pour la première fois en appel sur jugement par défaut - Cass. 24 septembre 2020

· Olivier Vanden Berghe

L'exception d'arbitrage doit être invoquée in limine litis en vertu de l’article 1682, § 1er, du Code judiciaire. Sur base de cette disposition le tribunal de première instance de Namur, statuant en appel, avait déclaré irrecevable l'exception d'arbitrage invoquée pour la première fois en degré d'appel, sur un jugement rendu par défaut. Dans un arrêt du 24 septembre 2020 (C.18.0064.F) la Cour de cassation a cassé cette décision. En effet, il est satisfait à la condition du in limine litis lorsque l’exception est proposée dans le premier écrit de procédure de la partie qui la soulève, même si ce premier écrit est produit en degré d'appel.     ...

Lees de bijdrage

Insolventie

Cass. 4 september 2020, nr. C.20.0017.N: bevoegdheid van de beslagrechter

· Inge Vandeplas

Het komt de beslagrechter toe om in het kader van een uitvoerend beslag als bodemrechter uitspraak te doen over incidentele geschillen met betrekking tot de omvang van het verhaalsrecht van de schuldeiser en geschillen die onlosmakelijk verbonden zijn met de tenuitvoerlegging. ...

Lees de bijdrage

Verzekeringen

Le délai de prescription de 3 ans pour introduire une action en matière d'assurance vie n'est pas discriminatoire

· Béatrice Toussaint

La question soumise à la Cour constitutionnelle portait sur la prescription en matière d’assurance vie dans le cadre d’un litige relatif à des polices d’assurance vie en branche 23. Les preneurs d’assurance postulaient, par une action introduite en 2015, la nullité des polices et mettaient en cause la responsabilité pré contractuelle /contractuelle de l’entreprise d’assurance à la suite de la suspension des fonds d’investissement en 2009 et 2011. Cette action « dérivant du contrat d’assurance » au sens de l’article 88, § 1er, de la loi du 4 avril 2014 relative aux assurances était soumise au régime de prescription prévu par cette disposition. L’article 88, § 1er, en prévoyant un délai de prescription réduit (3 ans sauf dans certains cas) discrimine-t-il les personnes qui ont investi dans des produits d’assurance-vie de type branche 23, liés à des fonds d’investissement, par rapport aux personnes qui ont investi dans des instruments financiers ou produits d’épargne, liés aussi à des fonds d’investissement, et qui sont soumises au droit commun de la prescription prévus aux articles 1304 et 2262bis, § 1er du Code civil ? La Cour constitutionnelle par son arrêt du 22 octobre 2020 (Aff. 140/2020) ...

Lees de bijdrage

Bank en financieel recht

Witwasregelgeving binnenkort ook van toepassing op bepaalde dienstverleners inzake virtuele valuta

· Regine Feltkamp

Bij wet van 20 juli 2020 werd de Richtlijn (EU) 2018/843 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/138/ EG en 2013/36/EU, omgezet. De omzetting van deze Richtlijn gebeurt o.a.  door een aantal wijzigingen aan te brengen in de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten (hierna de “Witwaswet”). Conform de 5eAMLD Richtlijn vallen twee soorten van aanbieders van diensten betreffende virtuele valuta nu ook onder de lijst van onderworpen entiteiten. Als gevolg hiervan zullen zij o.m. aan de bijzondere waakzaamheidsverplichtingen t.a.v. cliënten (cliëntendue diligence) onderworpen zijn. ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

La vétusté de la chose endommagée ne justifie pas une réduction du dédommagement - Cass. 17 septembre 2020

· Olivier Vanden Berghe

Dans un arrêt du 17 septembre 2020 (C.18.0611.F), la Cour de cassation s'est penchée sur une pratique souvent considérée à tort comme une évidence, celle de l'abattement de l'indemnisation pour cause de moins-value pour vétusté. La cour d'appel de Liège avait, dans un arrêt du 9 novembre 2017 condamné un entrepreneur en terrassement à indemniser les propriétaires d'un immeuble qui s'était partiellement effondré. La cour n'avait toutefois pas condamné l'entrepreneur à l'intégralité du coût de reconstruction, mais avait appliqué à l'indemnisation un coefficient de vétusté de l'immeuble (de 44%), compte tenu de la précarité des fondations préexistantes (qui toutefois n'étaient pas à l'origine du sinistre). La Cour de cassation rappelle que ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

Samenloopverbod tussen contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid, ook bij kwalitatieve rechten - Cass. 2 oktober 2020

· Olivier Vanden Berghe

De (eerste kamer van) het Hof van Cassatie heeft zich in een arrest van 2 oktober 2020 (C.20.0005.N) nog eens uitgesproken in de controversiële kwestie van de samenloop tussen de contractuele en de buitencontractuele aansprakelijkheid. Sedert het cassatiearrest van 29 september 2006 (C.0502.N), eveneens van de eerste kamer, luidt het dat een contractant door zijn medecontractant in de regel slechts buitencontractueel aansprakelijk gesteld worden "indien de hem ten laste gelegde fout een tekortkoming uitmaakt niet alleen aan de contractuele verbintenis, maar ook aan de algemene zorgvuldigheidsnorm die op hem rust en indien deze fout andere dan aan de slechte uitvoering te wijten schade heeft veroorzaakt". Het arrest van 2 oktober 2020 herhaalt deze regel, maar preciseert nu dat zij niet alleen geldt tussen rechtstreekse contractanten, maar ook bij zogenaamde kwalitatieve rechten. ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

De grenzen van het ambtshalve rechterlijke handelen bij een overeenkomst in strijd met de openbare orde - Cass. 4 september 2020

· . Library

In zijn arrest van 4 september 2020 (nr. C.19.0613.N) verschafte het Hof van Cassatie enkele nuttige verduidelijkingen aangaande de correcte handelswijze van de rechter die geconfronteerd wordt met een overeenkomst die strijdig is met de openbare orde. Het onderliggende geschil betrof een aannemingsgeschil waarbij het aannemingsbedrijf zich blijkbaar verbonden had tot activiteiten waarvoor luidens de Wet van 20 februari 1939 de verplichte tussenkomst van een architect vereist was (die er niet was). De onenigheid tussen het aannemingsbedrijf en de bouwheer betrof de al dan niet correcte uitvoering van de overeenkomst. De aannemer vorderde de betaling van een openstaande factuur, terwijl de bouwheer een schadevergoeding voor niet-uitvoering wenste te bekomen. Geen van beide partijen vorderde de nietigheid van de overeenkomst. Het hof van beroep te Gent had de niet-naleving van de wet van 20 februari 1939 echter ambtshalve opgeworpen en de debatten heropend. Ook na de heropening van de debatten vorderden de partijen niet de nietigheid van de overeenkomst. Het hof van beroep verklaarde daarop de overeenkomst ambtshalve nietig, en veroordeelde de aannemer tot restitutie van een bedrag gelijk aan het bedrag van de schadevergoeding bij equivalent die gevorderd werd door de bouwheer. ...

Lees de bijdrage