Het hof van beroep te Gent had geoordeeld dat de kopers van een gebouw onder de Woningbouwwet (Wet Breyne) nog geen titularis waren van de vorderingsrechten tegen de architect, vermits de voorlopige oplevering nog niet had plaatsgevonden en het dus nog de bouwpromotor-verkoper was die titularis was van deze vorderingsrechten.
Deze uitspraak werd vernietigd door het Hof van Cassatie in een arrest van 14 mei 2021 (C.20.0351.N). Krachtens artikel 4 en 5 Woningbouwwet gaan de rechten van de verkoper met betrekking tot het huis of appartement dadelijk op de koper over en geschiedt de overgang van de eigendom naarmate de bouwstoffen in de grond of in het gebouw worden geplaatst en verwerkt. Dat er nog geen voorlopige oplevering heeft plaatsgevonden, belet niet dat de eigendom van de grond en de opstallen reeds is overgegaan op de kopers ervan, met inbegrip van de rechten van de verkoper die nauw verbonden zijn met het gebouw.