Actualiteit

Insolventie

HvJ 28 februari 2018, nr. C-289/17

In dit arrest interpreteert het Hof van Justitie artikelen 17 en 18 van de verordening nr. 805/2004 tot invoering van een Europese executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen (Vo nr. 805/2004). Wanneer een rechterlijke beslissing ingevolge deze verordening als Europese executoriale titel wordt gewaarmerkt, dan zal deze beslissing in andere lidstaten worden erkend en ten uitvoer gelegd zonder dat een verklaring van uitvoerbaarheid nodig is en zonder mogelijkheid om de erkenning te betwisten (art. 5 Vo 805/2004). Essentieel bij de waarmerking als Europese executoriale titel is de behoorlijke inlichting van de schuldenaar over de mogelijkheden om de schuldvordering te betwisten (art. 17 en 18 Vo 805/2004).

De feiten voorafgaand aan deze prejudiciële vraag hebben betrekking op verschillende schuldeisers, Collect Inkasso, ITM Inkasso en Bigbank, die zich in verschillende procedurestadia bevinden en wiens verzoekschrift tot waarmerking van een rechterlijke beslissing naar een Europese executoriale titel telkens om dezelfde reden werd betwist. De verschillende schuldeisers hebben een verzoekschrift ingediend voor een vereenvoudigde betalingsbevelprocedure voor de inning van onbetwiste schuldvorderingen. De drie schuldeisers hebben ieders betalingsbevelen verkregen van de rechterlijke instantie te Estland, Tartu Maakohus, ten aanzien van hun respectievelijke schuldenaren. Hierna hebben de schuldeisers verzoekschriften ingediend om de betalingsbevelen te waarmerken als Europese executoriale titels. Echter, de Tartu Maakohus heeft dit verzoekschrift afgewezen voor wat betreft schuldeiser Collect Inkasso na de vaststelling dat noch de gedinginleidende stukken, noch de uitgevaardigde betalingsbevelen het adres bevatten van de rechterlijke instantie waaraan de schuldenaren hun antwoord konden sturen of waarvoor zij moesten verschijnen of, in voorkomend geval, waarbij zij de bevelen konden betwisten. Omdat het adres van de rechterlijke instantie ook ontbrak in de betalingsbevelen van ITM Inkasso en Bigbank, wenst de verwijzende rechter te weten of de artikelen 17, a) en 18, b) Vo 805/2004 zo moeten worden uitgelegd dat een rechterlijke beslissing die is uitgesproken zonder dat de schuldenaar in kennis is gesteld van het adres van de rechterlijke instantie waarbij die rechterlijke beslissing kan worden betwist, kan worden gewaarmerkt als Europese executoriale titel?

Het Hof stelt vast dat artikel 17, a) Vo 805/2004 uitdrukkelijk voorschrijft dat bepaalde gegevens waaronder de naam en adres van de rechterlijke instantie duidelijk moeten worden vermeld in of tegelijk met het stuk dat het geding inleidt. Indien de minimumnormen voor de procedure van niet-betwiste schuldvorderingen niet worden nageleefd, biedt artikel 18, b) Vo 805/2004 de mogelijkheid om dit te remediëren doordat de schuldenaar de mogelijkheid heeft gehad tegen deze beslissing een rechtsmiddel in te stellen en de schuldenaar in of tegelijk met de beslissing in kennis is gesteld van de vormvoorschriften met inbegrip van de naam en het adres van de instantie waarbij het rechtsmiddel moet worden ingesteld en, in voorkomend geval, de toepasselijke termijn. Uit beide bepalingen volgt uitdrukkelijk dat de mededeling aan de schuldenaar van het adres van de rechterlijke instantie verplicht is. Bijgevolg kan een rechterlijke beslissing, die is uitgesproken zonder vermelding van het adres van de rechterlijke instantie waar de schuldenaar deze beslissing kan aanvechten, niet als executoriale titel worden gewaarmerkt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *