Actualiteit

Algemeen handelsrecht

De koper van aandelen kan bij onjuiste verklaringen niet zonder meer de vergoeding eisen van de door de vennootschap geleden schade (Cass. 4 december 2020)

In een arrest van 4 december 2020 (C.19.0342.N) verschafte het Hof van Cassatie enkele verduidelijkingen voor de bepaling van de schadevergoeding voor een koper van aandelen, indien de verklaringen (“representations and warranties”) van de verkoper in de aandelenverkoopovereenkomst naderhand onjuist blijken te zijn.

Bij een overeenkomst tot overdracht van aandelen hadden de verkopers onder meer verklaard dat:
– het uitstaand saldo aan facturen die de doelvennootschappen hadden uitgeschreven, ten belope van 368.459,86 EUR, door de relevante schuldenaren zou worden uitbetaald binnen 6 maanden na de vervaldag;
– de jaarrekening van de doelvennootschappen overeenkwam met hun financiële situatie en conform de geldende wetgeving was opgesteld.

Deze verklaringen bleken uiteindelijk niet correct te zijn: de bewuste facturen werden niet betaald, en daarnaast bleek ook een waarborg ten belope van 34.633,37 EUR, die in de jaarrekening was opgenomen, niet afdwingbaar te zijn.

De kopers en de verkochte vennootschappen dagvaardden de verkopers teneinde een schadevergoeding te bekomen. Het hof van beroep te Gent kende een schadevergoeding toe, en dit ten belope van het volledige bedrag van de niet-betaalde facturen (368.459,86 EUR) en de niet-afdwingbare waarborg (34.633,37 EUR).

De verkopers tekenden cassatieberoep aan tegen dit arrest. Het Hof van Cassatie herinnerde eraan dat het hier een contractuele wanprestatie betrof ten aanzien van de koper, d.w.z. de nieuwe aandeelhouder, en niet ten aanzien van de doelvennootschappen zelf. Bijgevolg “kan een aandeelhouder wegens wanprestatie van een door hem gesloten contract enkel opkomen voor de persoonlijke schade en niet voor de schade die de vennootschap treft.”

In dit geval moest dus worden nagegaan of de onjuiste voorstelling van zaken had geleid tot een overeenkomstig waardeverlies van aandelen. Aangezien uit de motivering van het arrest van het hof van beroep niet bleek dat het onderscheid was gemaakt tussen de persoonlijke schade van de koper en de financiële impact op de vennootschappen werd het arrest van het hof van beroep vernietigd.

Het Cassatiearrest maakt geen melding van de aanwezigheid van bijzondere waarborgen, die in de praktijk vaak ook worden gekoppeld aan dergelijke verklaringen.

Comments are closed.