Article

[Verhouding tussen artikelen 29bis WAM en 48ter Arbeidsongevallenwet] Commentaar bij Cour de cassation 24 juin 2019, R.D.C.-T.B.H., 2019/9, p. 1078

ACCIDENT DE TRAVAIL
Assurance accidents de travail - Accident de la circulation - Véhicule automoteur lié à une voie ferrée - Indemnisation des usagers faibles de la route - Article 29bis, § 1er, loi RC auto - Article 48ter, alinéa 1er et 2, de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents du travail - Subrogation contre le propriétaire
Il suit de la combinaison de l'article 48ter, alinéa 1er et 2, de la loi du 10 avril 1971 et de l'article 29bis, § 1er, de la loi RC auto qu'en cas d'accident de la circulation impliquant un véhicule automoteur lié à une voie ferrée, l'assureur-loi qui a indemnisé la victime est subrogé dans les droits que celle-ci aurait pu exercer, en vertu de l'article 29bis, § 1er, alinéa 2, contre le propriétaire de ce véhicule.
ARBEIDSONGEVAL
Arbeidsongevallenverzekering - Wegongeval - Motorrijtuig aan spoorstaven gebonden - Vergoeding zwakke weggebruikers - Artikel 29bis, § 1 WAM-wet - Artikel 48ter, eerste en tweede lid wet arbeidsongevallen van 10 april 1971 - Subrogatie tegen de eigenaar
Uit de combinatie van artikel 48ter, eerste en tweede lid van de wet van 10 april 1971 en artikel 29bis, § 1 WAM-wet volgt dat in geval van een verkeersongeval waarbij een aan spoorstaven gebonden motorrijtuig betrokken is, de arbeidsongevallenverzekeraar die het slachtoffer heeft vergoed wordt gesubrogeerd in de rechten die de benadeelde overeenkomstig artikel 29bis, § 1, tweede lid heeft tegen de eigenaar van dit aan spoorstaven gebonden motorrijtuig.
Commentaar bij Cour de cassation 24 juin 2019
Caroline Van Schoubroeck

1.Zie tevens Grondwettelijk Hof 26 april 2018, nr. 54/2018 waarin het Grondwettelijk Hof oordeelde:

“Geïnterpreteerd in die zin dat het enkel voorziet in een subrogatoire vordering tegen de verzekeringsonderneming die de aansprakelijkheid dekt van de eigenaar, de bestuurder of de houder van een motorvoertuig, maar niet in een subrogatoire vordering tegen de eigenaar van een aan spoorstaven gebonden motorrijtuig, schendt artikel 48ter van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

Geïnterpreteerd in die zin dat het wel voorziet in een subrogatoire vordering tegen de eigenaar van een aan spoorstaven gebonden motorrijtuig, schendt artikel 48ter van de voormelde wet van 10 april 1971 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet.”

2.Bij artikel 46, § 3, tweede lid van de wet van 2 mei 2019 houdende diverse bepaling inzake economie werd in artikel 29bis, § 4 WAM-wet tot regeling van het subrogatierecht van de WAM-verzekeraar en het Gemeenschappelijk Waarborgfonds tegen de aansprakelijke derde, volgende bepaling toegevoegd:

De uitoefening van deze vordering is onderworpen aan de voorwaarden bepaald in artikel 95, tweede tot en met vijfde lid van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen.

Les modalités d'exercice de ce recours sont soumises aux conditions prévues par l'article 95, alinéas 2 à 5, de la loi du 4 avril 2014 relative aux assurances.