Hof van Cassatie 14 december 2017
Zaak: C.16.0296.N |
In een arrest van 14 december 2017 oordeelde het Hof van Cassatie dat een rechter ambtshalve het “verlies van een kans” mag opwerpen om slechts een deel van de gevorderde schadevergoeding toe te kennen, zonder dat dit een schending vormt van het beschikkingsbeginsel.
Het voorwerp van de vordering is immers het feitelijke resultaat dat de eiser met zijn vordering beoogt. Als een eiser de integraliteit vordert van een niet verworven voordeel, kan de rechter die oordeelt dat de eiser slechts een kans op dat voordeel heeft verloren, een vergoeding toekennen voor het verlies van een kans op het verwerven van dit voordeel, zonder het voorwerp van de vordering te wijzigen. Het Hof vernietigt het arrest van het hof van beroep van Antwerpen dat had geoordeeld dat het geen vergoeding kon toekennen voor verlies van een kans omdat “de eisers hier geen vergoeding vorderen van (de economische waarde van) de verloren gegane kans, doch enkel de toekenning van het volledige bedrag van het verloren voordeel, terwijl dit hof het voorwerp van de vordering niet ambtshalve mag wijzigen”.