Article

KB betreffende het nationaal pandregister, R.D.C.-T.B.H., 2017/9, p. 1032-1033

KB betreffende het nationaal pandregister

Op 26 september 2017 is het KB van 14 september 2017 tot uitvoering van de artikelen van Titel XVII van Boek III van het Burgerlijk Wetboek gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Dit KB betreft het gebruik van het Nationaal Pandregister.

Het nationaal pandregister is een essentieel element van de nieuwe pandwet, waarin publiciteit en transparantie centraal staan. Daarom wordt in het KB een meer gedetailleerde regeling uitgewerkt voor o.m. de registratie (Hoofdstuk III), de wijziging, vernieuwing of verwijdering van registraties (Hoofdstuk IV), de raadpleging van het pandregister (Hoofdstuk V) en de retributies (Hoofdstuk VII). Hoewel de naam dit niet doet vermoeden, zal men in het pandregister ook het eigendomsvoorbehoud kunnen registreren en consulteren.

Voor de raadpleging van het pandregister moet het KB een balans vinden tussen de onbeperkte toegang tot het pandregister (art. 34 pandwet) en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van diegene wiens informatie in het pandregister is geregistreerd. Artikel 11 van het KB voorziet dat de pandgever en koper onder eigendomsvoorbehoud een raadplegingsgeschiedenis kunnen opvragen van de afgelopen 6 maanden. Zo kunnen pandgevers en kopers opvolgen wie hun informatie heeft opgevraagd. Daarnaast stelt artikel 12 KB dat oneigenlijk en commercieel gebruik van de uit het pandregister verkregen gegevens een inbreuk uitmaakt op de wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

De retributies voor registratie en wijziging van registratie in het pandregister worden berekend op basis van het maximaal bedrag ten belope waarvan de schuldvorderingen gewaarborgd zijn (in geval van een pandrecht) of de verkoopprijs (in geval van een eigendomsvoorbehoud). Zo bedraagt bijvoorbeeld de retributie voor een registratie 20 EUR, wanneer het maximumbedrag van de gewaarborgde schuldvordering of de verkoopprijs gelijk is of minder bedraagt dan 10.000 EUR (art. 14, § 1 KB). Per consultatie van het pandregister zal men 5 EUR moeten betalen (art. 14, § 7 KB). De Raad van State betwijfelt of de retributies in het KB voldoen aan de voorwaarden van een retributie. De retributie moet immers niet enkel een vergoeding zijn voor een dienst verleend door de overheid, maar moet ook in redelijke verhouding staan tot de kostprijs van de verleende dienst. De afdeling Wetgeving van de Raad van State is niet zeker of dergelijke redelijke verhouding bestaat bij de retributies in artikel 14 van het KB. Deze bedenking van de Raad van State leidde evenwel niet tot een aanpassing van het KB.

Het KB treedt in werking samen met de pandwet op 1 januari 2018 (art. 18 KB).

ZEKERHEDEN Zakelijk zekerheid
SÛRETÉ
Droit des sûretés réelles