FSMA , Minnelijke schikking geformuleerd door de auditeur van de FSMA en waarmee Carmignac Gestion SA heeft ingestemd 18 oktober 2016 [2]
FINANCIEEL RECHT
Openbare uitgifte - Informatieverschaffing - Reclame
|
DROIT FINANCIER
Emission publique - Publicité
|
De Autoriteit voor Financiële Markten en Diensten (hierna “FSMA”) stelde op 30 november 2015 vast dat Carmignac Gestion SA, een instelling voor collectieve belegging in effecten (“icbe”) naar Frans recht, in de periode tussen 21 oktober 2015 en 28 november 2015 een reeks van 20 reclameboodschappen inzake een openbaar aanbod van rechten van deelneming in het gemeenschappelijk beleggingsfonds “Carmignac Patrimoine” in diverse Belgische dag- en weekbladen publiceerde, zonder voorafgaande goedkeuring van de FSMA.
De gepubliceerde boodschappen waren, aangezien ze voldoende informatie verstrekten over de voorwaarden van het aanbod en over de aangeboden effecten om een belegger in staat te stellen tot aankoop van of inschrijving op deze effecten te besluiten, te beschouwen als berichten, reclame en andere stukken zoals gedefinieerd in de FSMA-circulaire 2013-13 van 27 juni 2013.
Zodoende had Carmignac Gestion SA - als instelling voor collectieve belegging naar het recht van een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte - artikel 155, § 1 van de wet van 3 augustus 2012 [3] geschonden, luidens hetwelk de berichten, reclame en andere stukken die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming van een instelling voor collectieve belegging, pas gepubliceerd mogen worden na goedkeuring door de FSMA.
Op 18 oktober 2016 stemde Carmignac Gestion SA in met het door de FSMA geformuleerde voorstel tot minnelijke schikking, bestaande uit de betaling van de som van 60.000 EUR en een nominatieve bekendmaking van de minnelijke schikking op de website van de FSMA.
[1] | www.fsma.be/~/media/Files/sanc/fr/2016-10-18_reglementtransactionnel.ashx?la=nl. |
[2] | Wet van 3 augustus 2012 betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van richtlijn nr. 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen (BS 19 oktober 2012, p. 63.652). |