Article

Actualiteit : FSMA, 12/05/2016 - Minnelijke schikking geformuleerd door de auditeur van de FSMA en waarmee Merit Capital NV heeft ingestemd 12mei 2016, R.D.C.-T.B.H., 2017/1, p. 112-113

FSMA , Minnelijke schikking geformuleerd door de auditeur van de FSMA en waarmee Merit Capital NV heeft ingestemd12 mei 2016

FINANCIEEL RECHT
Openbare uitgifte - Reclame
DROIT FINANCIER
Emission publique - Publicité

Op 12 mei 2016 stemde Merit Capital NV in met het door de auditeur van de Autoriteit voor Financiële Markten en Diensten (hierna “FSMA”) geformuleerde voorstel tot minnelijke schikking, bestaande uit de betaling van de som van 120.000 EUR en een nominatieve bekendmaking van deze minnelijke schikking op de website van de FSMA.

De FSMA stelde eind maart 2015 vast dat Merit Capital NV middels een nieuwe website en de erop vermelde nieuwsbrieven, berichten, reclame en andere stukken die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging (hierna “ICB's”) publiceerde zonder voorafgaande goedkeuring van de FSMA.

Het onderzoek van de auditeur, volgend op de beslissing van het directiecomité van 2 juni 2015 genomen bij toepassing van artikel 70, § 1 van de wet van 2 augustus 2002, leidde dan ook tot de volgende vaststellingen:

    • Merit Capital publiceerde minstens vanaf 24 maart 2014 berichten, reclame en andere stukken die betrekking hadden op een openbaar aanbod van effecten in ICB's, dan wel een dergelijk aanbod aankondigden of aanbevalen, zonder dat hiervoor de goedkeuring van de FSMA was gevraagd. Zodoende werden de artikelen 60, § 3 en 155, § 1 van de wet van 3 augustus 2012 [1] en het ten tijde van de feiten geldende artikel 37, § 2 van het koninklijk besluit van 12 november 2012 geschonden; en
    • de door Merit Capital NV verspreidde berichten en reclame voldeden niet aan alle inhoudelijke en vormelijke vereisten opgelegd door de wet van 3 augustus 2012 en het koninklijk besluit van 12 november 2012, zodat werd besloten tot een schending van de artikelen 64, § 2 en 155, § 2 van de wet van 3 augustus 2012 en van artikel 219, § 2-3 van Onderafdeling II, Titel II, Hoofdstuk I, Afdeling II en van bijlage B van het KB van 12 november 2012.
    [1] Wet van 3 augustus 2012 betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van richtlijn nr. 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen, BS 19 oktober 2012, p. 63.652.