Article

Actualiteit : Hof van Justitie, C-7/16, 05/07/2016 (Banco Popular Español SA/María Rita Giráldez Villar), R.D.C.-T.B.H., 2017/1, p. 111

Hof van Justitie 5 juli 2016

Banco Popular Español SA / María Rita Giráldez Villar

Zaak: C-7/16 (Besch.), ECLI:EU:C:2016:523
BANK- EN KREDIETWEZEN
Kredietovereenkomst
CONSUMENTENRECHT
Nationaal recht - Kredietovereenkomst - Oneerlijke bedingen


BANQUE ET CRÉDIT
Contrat de crédit
DROIT DE LA CONSOMMATION
Droit national - Contrat de crédit - Clauses abusives


Op 25 maart 2011 sloten twee consumenten een kredietovereenkomst af met Banco Popular Español SA voor een bedrag van 19.000 EUR, terug te betalen over een termijn van 10 jaar. Nadat de maandelijkse afbetalingen niet werden nageleefd, leidde Banco Popular Español SA op 11 december 2012 een vordering tot uitvoering in voor de rechter. Op 16 maart 2015 droeg Banco Popular Español SA de schuldvordering, bij authentieke akte, ten bezwarende titel over aan PL Salvador SARL.

Hoewel de overdracht van schuldvordering naar Spaans recht rechtsgeldig is, kent artikel 1535 van het Spaanse Burgerlijk Wetboek de schuldenaar het recht toe de schuldvordering af te kopen door aan de overdrager de prijs van de overdracht te betalen, te vermeerderen met de interesten en de kosten, op voorwaarde dat de schuldvordering betwist is.

Het Hof van Justitie werd, middels drie onderscheiden prejudiciële vragen, door de Spaanse bodemrechter gevraagd zich uit te spreken over de verenigbaarheid van de wijze waarop de rechtspraak de notie “betwiste schuldvordering” interpreteert met o.a. de richtlijn nr. 93/13/EG [1]. Het Hof oordeelde dat richtlijn nr. 93/13/EEG zo moet worden uitgelegd dat ze niet van toepassing is op een nationale regeling zoals het betrokken artikel 1535 van het Spaanse Burgerlijk Wetboek.

[1] Richtlijn nr. 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten, Pb.L. van 27 april 1993, afl. 95, 29.