Teneinde te waarborgen dat bevoegde autoriteiten en afwikkelingsautoriteiten gemakkelijk toegang kunnen krijgen tot gegevens over financiële contracten wanneer het toepasselijke afwikkelingsplan of het groepsafwikkelingsplan voorziet in het nemen van afwikkelingsmaatregelen, legt deze gedelegeerde verordening de bevoegde autoriteiten de verplichting op de in artikel 1, 1., onder b), c) of d) van richtlijn nr. 2014/59/EU [1] bedoelde instellingen en entiteiten te verplichten om permanent een minimumpakket aan gedetailleerde informatie over dergelijke financiële contracten bij te houden.

De bevoegde autoriteiten zullen deze verplichting opleggen zodra het afwikkelingsplan of het groepsafwikkelingsplan voorziet in het nemen van afwikkelingsmaatregelen ten aanzien van de betrokken instelling of entiteit ingeval aan de afwikkelingsvoorwaarden is voldaan. Bovendien kan de verplichting ook aan de voormelde instellingen en autoriteiten worden opgelegd zonder dat in het nemen van afwikkelingsmaatregelen is voorzien, zo een integrale en doeltreffende planning dit zouden vereisen.

Eenmaal de bevoegde autoriteit de verplichting oplegt, moet de instelling of entiteit het minimumpakket aan informatie over de partijen bij het financiële contract, de soort van het financiële contract, de transactie en de clearing, zoals in de bij de gedelegeerde verordening gevoegde bijlage beschreven, op permanente basis voor elk financieel contract bijhouden in haar gegevens. Op verzoek van de bevoegde autoriteit of de afwikkelingsautoriteit moet ze inzage verlenen in deze informatie of de informatie binnen de in het verzoek gestelde termijn overmaken.

Het opleggen van de verplichting om gedetailleerde gegevens van financiële contracten bij te houden, doet geen afbreuk aan het recht van de bevoegde autoriteiten en de afwikkelingsautoriteiten om de nodige informatie uit transactieregisters op te vragen.