Ter vervanging en versterking van richtlijn nr. 2004/39/EG [1] vormen verordening (EU) nr. 600/2014 [2] (hierna “MiFIR”) en richtlijn nr. 2014/65/EU [3] (hierna “MiFID II”) het nieuwe rechtskader inzake effectenmarkten, beleggingstussenpersonen en handelsplatformen, dat van toepassing is vanaf 3 januari 2017.

De Europese Autoriteit voor Effecten en Markten (hierna “ESMA”), de nationale bevoegde autoriteiten en de belanghebbenden kunnen echter niet garanderen dat het systeem van referentiegegevens van financiële instrumenten (“Financial Instruments Reference Data System”) op die datum operationeel en beschikbaar zal zijn. Bij gebrek aan deze nodige infrastructuren voor gegevensverzameling zullen (1) onduidelijkheden ontstaan inzake het toepassingsgebied van het nieuwe rechtskader (cf. welke financiële instrumenten vallen eronder, wanneer is er sprake van transparantie voor of na de handel en wanneer moeten uitzonderingen op openbaarmakingen worden toegekend), (2) handelsplatformen en beleggingsondernemingen uitgevoerde transacties niet kunnen melden aan de bevoegde autoriteiten, en (3) beleggingsondernemingen de regels inzake optimale uitvoering moeilijk kunnen toepassen.

Om bovenvermelde redenen, en ter garandering van de rechtszekerheid en ter voorkoming van potentiële marktverstoring, stelt de verordening (EU) nr. 2016/1033 de datum waarop MiFIR van toepassing wordt uit met een jaar tot 3 januari 2018. Daarnaast brengt de verordening inzonderheid de volgende wijzigingen aan in MiFIR:

• door het ingevoegde artikel 1, 5bis. MiFIR worden effectenfinancieringstransacties in de zin van artikel 3, 11. van verordening (EU) nr. 2015/2365 [4] uitgesloten van de toepassing van Titel II en Titel III MiFIR;
• het invoegen van een definitie voor een “exchange for physical”, een pakketorder en een pakkettransactie in artikel 2, 1.; en
• het toekennen aan de bevoegde autoriteiten van de mogelijkheid om marktexploitanten en beleggingsondernemingen die een handelsplatform exploiteren te ontheffen van de informatieverplichting opgelegd door artikel 8, eerste lid, 1. MiFIR, voor wat betreft orders met het oog op het uitvoeren van een “exchange for physical” en pakketorders die aan bepaalde voorwaarden voldoen, door invoeging van de punten d) en e) in artikel 9, 1. MiFIR.

Voorts brengt de richtlijn in verordening (EU) nr. 596/2014 (hierna “MAR”) en in verordening (EU) nr. 909/2014 [5] enkele wijzigingen aan die louter verband houden met de gewijzigde datum van inwerkingtreding van MiFIR. Het betreft o.a. het uitstellen van de datum van inwerkingtreding van artikel 4, 2. en 3. MAR tot 3 januari 2018, de verwijzingen in de bepalingen naar richtlijn nr. 2004/39/EG tot en met 3 januari 2018 en overgangsbepalingen.

Om bovenvermelde redenen, en ter garandering van de rechtszekerheid en ter voorkoming van potentiële marktverstoring, stelt de richtlijn (EU) nr. 2016/1034 (1) de datum waarop de lidstaten MiFID II omgezet moeten hebben met een jaar uit tot 3 juli 2017 en (2) de datum waarop de lidstaten de omzettingsmaatregelen moeten hebben toegepast en tot de intrekking van MIFID zijn overgegaan met een jaar uit tot 3 januari 2018.

Naast de invoeging van een nieuw artikel 89bis inzake de Comitéprocedure, wordt MiFID II gewijzigd:

• door het uitsluiten uit het toepassingsgebied van niet-financiële entiteiten die lid zijn van of deelnemer zijn in een gereglementeerde markt of een multilaterale handelsfaciliteit, of die directe toegang hebben tot een handelsplatform, wanneer zij transacties uitvoeren waarvan objectief meetbaar is dat zij de risico's van de commerciële bedrijvigheid of de activiteiten betreffende het beheer van de kasmiddelen verminderen in artikel 2, 1., onder d), ii); en
• door het vastleggen in artikel 25, 4., a), tweede alinea van de vereisten en procedure opdat een markt van een derde land wordt geacht gelijkwaardig te zijn aan een gereglementeerde markt.