Article

Hof van Cassatie, 04/02/2016, R.D.C.-T.B.H., 2016/5, p. 517

Hof van Cassatie 4 februari 2016

Zaak: F.15.0045.N

In dit arrest diende het Hof van Cassatie te oordelen over de kwalificatie van de leegstandsheffing ex artikel 15, § 1 decreet leegstand bedrijfsruimten, als schuld in de boedel of schuld van de boedel. Het Hof van Cassatie oordeelde vooreerst dat een schuld een boedelschuld is, wanneer de curator verbintenissen heeft aangegaan met het oog op het beheer van de boedel, onder meer door de handelsactiviteit van de gefailleerde voort te zetten, de door laatstgenoemde gesloten overeenkomsten uit te voeren of nog door de roerende of onroerende goederen te gebruiken met het oog op een passend beheer van de failliete boedel. Het Hof van Cassatie vervolgt met het oordeel dat de curator ook schulden aangaat met het oog op het beheer van het faillissement wanneer die schulden ontstaan “door handelingen die de curator voor dit beheer dient te stellen maar niet stelt”. Een leegstandsheffing die opeisbaar wordt na het faillissement en die betrekking heeft op het kalenderjaar dat volgt op de datum van het openvallen van het faillissement is een boedelschuld “wanneer het voortduren van de leegstand is toe te rekenen aan de curator”. Een boedelschuld kan aldus (ook) ontstaan uit een toerekenbaar niet handelen van de curator.

FAILLISSEMENT
Uitdelen aan schuldeisers - Schulden van de boedel
FAILLITE
Répartition aux créanciers - Dettes de la masse