Article

– Koninklijk besluit van 26 december 2015 tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen wat het herstel en de afwikkeling van groepen betreft (BS 31 december 2015), in werking getreden op 1 januari 2016, R.D.C.-T.B.H., 2016/5, p. 513

Koninklijk besluit van 26 december 2015 tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen wat het herstel en de afwikkeling van groepen betreft (BS 31 december 2015), in werking getreden op 1 januari 2016

Dit koninklijk besluit wijzigt, met het oog op de omzetting van richtlijn nr. 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (Pb.L. 173 van 12 juni 2014), de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen (hierna de “bankwet”) onder andere op de volgende vlakken:

    • het invoeren van enkele definities die van toepassing zijn op de gehele bankwet (met name definities voor “richtlijn nr. 2014/59/EU”, “groepsherstelplan”, “groepsafwikkelingsplan”, “buitenlandse afwikkelingsautoriteit”, “afwikkelingsautoriteit van een derde land” en “afwikkelbaarheid”);
    • het invoegen in artikel 108 van de verplichting tot het opstellen van een herstelplan voor de kredietinstellingen waarvoor geen groepsherstelplan wordt opgesteld, en van de mogelijkheid voor de bevoegde autoriteiten om zelfs voor de kredietinstellingen waarvoor een groepsherstelplan wordt opgesteld te eisen dat een herstelplan wordt opgesteld op individuele basis. In het oude artikel 108 van de bankwet was de verplichting opgenomen voor elke kredietinstelling om een herstelplan op te stellen “met maatregelen die door de instelling kunnen worden uitgevoerd voor het herstel van haar financiële positie na een aanzienlijke verslechtering ervan”, en de verplichting om dit plan de actualiseren. Dit herstelplan diende dan de kredietinstelling zelf te dekken, alsook haar Belgische en buitenlandse dochterondernemingen;
    1. het invoegen van een nieuw Boek XI - “Herstel en afwikkeling van groepen”, waarin de volgende onderwerpen worden geregeld:

    • een aparte lijst van definities die van toepassing zijn op dit nieuwe Boek XI;
    • het toepassingsgebied van dit nieuwe Boek XI;
    • bepalingen betreffende de groepsherstelplannen (o.a. betreffende de opmaak van groepsherstelplannen; de beoordeling van de groepsherstelplannen door het wettelijk bestuursorgaan, de toezichthouder(s) en de andere bevoegde autoriteiten);
    • bepalingen betreffende de groepsafwikkelingsplannen (o.a. bepalingen betreffende de opmaak en beoordeling van groepsafwikkelingsplannen);
    • bepalingen betreffende de afwikkeling van groepen (o.a. het toepassingsgebied van deze regeling; de doelstellingen, voorwaarden en algemene beginselen betreffende de afwikkeling van groepen; de afschrijving of omzetting van kapitaalinstrumenten; de omschrijving van de afwikkelingsinstrumenten (waaronder de minimumvereiste inzake eigen vermogen en de in aanmerking komende passiva, en de tenuitvoerlegging van het instrument van interne versterking); de procedurele vereisten voor de afwikkeling van groepen; de afwikkeling van grensoverschrijdende groepen; en de betrekkingen met derde landen).
  1. BANK- EN KREDIETWEZEN
    Toezicht op de kredietinstellingen - Herstel en afwikkeling van groepen
    BANQUE ET CRÉDIT
    Contrôle des banques - Redressement et résolution des défaillances de groupes