Deze verordening werd, op grond van artikel 114 van het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (“VWEU”), o.a. ingevoerd ter aanvulling van het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende structurele maatregelen ter verbetering van de weerbaarheid van EU-kredietinstellingen teneinde de verschuiving van bancaire activiteiten naar minder gereguleerde terreinen (o.a. schaduwbankieren) te voorkomen. Hiertoe legt deze verordening in hoofdzaak op drie onderscheiden domeinen bepaalde verplichtingen op.

In de eerste plaats legt de verordening transparantie- en rapportageverplichtingen vast voor effectenfinancieringstransacties (“SFT's”), zoals een retrocessietrans­actie, een effectenlening en een margeleningstransactie. Tegenpartijen die in de EU gevestigd zijn, of in een derde land maar SFT's sluiten via een bijkantoor in de EU, zijn ertoe gehouden de gegevens over SFT's die zij hebben gesloten (m.i.v. wijzigingen en beëindigingen) te rapporteren aan een transactieregister, dat naar gelang haar vestiging (binnen of buiten de EU) door de “Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)” geregistreerd of erkend moet worden. Deze informatie is toegankelijk voor de in artikel 12, 2. vermelde toezichthoudende entiteiten. Bovendien publiceert het transactieregister op regelmatige basis geaggregeerde posities per soort SFT. De ESMA moet uiterlijk tegen 13 januari 2017 enkele door de Europese Commissie goed te keuren ontwerpen van technische reguleringsnomen vaststellen waarin, overeenkomstig bepaalde minimumvereisten, o.a. wordt vastgesteld welke informatie via welke procedure en op welke wijze aan een transactieregister moet worden overgemaakt, en hoe deze informatie door dit transactieregister wordt bijgehouden en verwerkt.

In de tweede plaats legt de verordening de icbe-beheersmaatschapppijen, icbe-beleggingsmaatschappijen en abi-beheerders de verplichting op tot informatieverstrekking aan de beleggers, overeenkomstig de bijlage bij de verordening. Deze informatie betreft zowel het mogelijke gebruik van welomschreven SFT's en totale-opbrengstenswaps in precontractuele documenten als het uiteindelijke gebruik in periodieke verslagen.

In de derde plaats worden voorwaarden gesteld zowel aan het recht om als zekerheden ontvangen financiële instrumenten te hergebruiken (m.n. het bekomen van een “informed consent”) als aan de uitoefening van dit recht (m.n. nakoming van de contractuele voorwaarden en overdracht van de zekerheden).

De verordening legt de lidstaten de verplichting op om passende bestuursrechtelijke sancties in te richten en spoort de toezichthoudende autoriteiten aan tot samenwerking en uitwisseling van informatie.