Article

– Koninklijk besluit van 29 oktober 2015 tot uitvoering van Titel 4, Hoofstuk 4 van Boek VII van het Wetboek van economisch recht (BS 5 november 2015), in werking getreden op 1 november 2015, R.D.C.-T.B.H., 2016/3, p. 312

Koninklijk besluit van 29 oktober 2015 tot uitvoering van Titel 4, Hoofstuk 4 van Boek VII van het Wetboek van economisch recht (BS 5 november 2015), in werking getreden op 1 november 2015

Dit koninklijk besluit voert enkele bepalingen van Boek VII. “Betalings- en kredietdiensten” van het Wetboek van economisch recht (“WER”) uit, die betrekking hebben op de toegang tot het beroep van kredietgever en van bemiddelaar inzake hypothecair krediet en inzake consumentenkrediet. Ook voorziet het KB in de gedeeltelijke omzetting van richtlijn nr. 2014/17/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 februari 2014 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten met betrekking tot voor bewoning bestemde onroerende goederen.

Het KB voert bepalingen in met betrekking tot:

    • de aanvraag tot en het behoud van de vergunning als kredietgever (vorm van aanvraag; vereiste van een dossier; gegevens en documenten bij aanvraag te voegen);
    • de aanvraag tot en het behoud van de inschrijving als kredietbemiddelaar (vorm van de aanvraag; vereiste van een dossier; gegevens en documenten bij aanvraag te voegen; bijzondere bepaling voor een kredietgever die als centrale instelling optreedt voor kandidaten-kredietbemiddelaars);
    • de verplichte burgerlijke beroepsaansprakelijkheidsverzekering (verplichting om deze aan te gaan bij een gemachtigde verzekeringsonderneming; voorwaarden voor de verzekering (gedekte activiteit, minimumdekking, vrijstelling, duur, geografische strekking));
    • de vereiste beroepskennis voor de bemiddelaars inzake hypothecair krediet (voorwaarden voor de vereiste beroepskennis; examenverplichting; verplichte bijscholing);
    • de vereiste beroepskennis voor de bemiddelaars inzake consumentenkrediet (voorwaarden voor de vereiste beroepskennis; examenverplichting; verplichte bijscholing); en
    • het aantal aan te duiden verantwoordelijken voor de distributie (minstens één, en per schijf van 10 personen die in contact staan met het publiek één bijkomende verantwoordelijke).

    Voorts worden uitgebreide overgangsbepalingen voorzien betreffende:

      • de bemiddelaars, de leden van het wettelijk bestuursorgaan, de effectieve leiders, de verantwoordelijken voor de distributie (zoals de uitsluiting van het hebben van een getuigschrift van hoger middelbaar onderwijs; de aanduiding van de personen die worden geacht de vereiste theoretische kennis reeds te bezitten);
      • de andere personen die in contact staan met het publiek (de aanduiding van de personen die worden geacht de vereiste theoretische kennis reeds te bezitten).
      FINANCIËLE INSTELLINGEN EN TUSSENPERSONEN
      Bemiddelaars - Vergunning
      INSTITUTIONS ET INTERMÉDIAIRES FINANCIERS
      Intermédiaires - Agrément