Hof van Cassatie 5 juni 2015

Volgens artikel 14 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de betalingsachterstand bij handelstransacties, in zijn oorspronkelijke versie, is de wet van toepassing op betalingen in uitvoering van overeenkomsten gesloten, vernieuwd of verlengd na 7 augustus 2002 en is ze in elk geval van toepassing op betalingen in uitvoering van lopende overeenkomsten 2 jaar te rekenen vanaf 7 augustus 2002 (i.e. 8 augustus 2004).

Een arrest van het hof van beroep te Antwerpen van 14 mei 2013 had de wet betalingsachterstand toegepast op onbetaalde facturen voortvloeiend uit een bestelling van goederen van 21 augustus 1998, die geleverd en gefactureerd waren op 30 november 1998 en 19 januari 1999. Het hof van beroep had deze overeenkomst bestempeld als een “lopende overeenkomst”. Het Hof van Cassatie stelde echter dat onder het begrip lopende overeenkomst dient verstaan te worden de overeenkomst “waarvan de karakteristieke prestatie door de schuldenaar nog niet werd uitgevoerd” (lees: op het ogenblik van de inwerkingtreding van de wet). Het Hof vernietigde het arrest van het hof van beroep, aangezien de karakteristieke prestatie (het leveren van de goederen) reeds volledig had plaatsgevonden voor de wet in werking trad.

Inmiddels werd de wet betalingsachterstand handelstransacties gewijzigd door een wet van 22 november 2013, teneinde de wet aan te passen aan richtlijn nr. 2011/7/EU. De nieuwe versie van de wet is toepasselijk op de overeenkomsten gesloten, vernieuwd of verlengd na 16 maart 2013 en op alle op die datum nog “lopende” overeenkomsten wordt zij van toepassing 2 jaar later.