Article

– Besluit nr. 2015/656 van de Europese Centrale Bank van 4 februari 2015 betreffende de voorwaarden krachtens welke kredietinstellingen overeenkomstig artikel 26, 2. van verordening (EU) nr. 575/2013 tussentijdse of eindejaarsresultaten mogen opnemen in het tier 1-kernkapitaal, Pb.L. 107 van 25 april 2014, in werking getreden op 6 februari 2015, R.D.C.-T.B.H., 2015/7, p. 742

Besluit nr. 2015/656 van de Europese Centrale Bank van 4 februari 2015 betreffende de voorwaarden krachtens welke kredietinstellingen overeenkomstig artikel 26, 2. van verordening (EU) nr. 575/2013 tussentijdse of eindejaarsresultaten mogen opnemen in het tier 1-kernkapitaal, Pb.L. 107 van 25 april 2014, in werking getreden op 6 februari 2015

De Europese Centrale Bank (“ECB”) voert met dit besluit artikel 26 van verordening nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen uit, door de voorwaarden nader in te vullen krachtens welke de ECB toestemming verleent aan onder haar directe toezicht staande kredietinstellingen om de tussentijdse of eindejaarsresultaten op te nemen in het tier 1-kernkapitaal voordat de kredietinstellingen een formeel besluit heeft genomen dat de finale winst of het finale verlies van de kredietinstelling voor het desbetreffende jaar bevestigt.

BANK- EN KREDIETWEZEN
Toezicht op kredietinstellingen - Wijzigingen in kapitaalstructuur
BANQUE ET CRÉDIT
Contrôle des banques - Modifications dans la structure du capital