Hof van Cassatie 13 maart 2015

Artikel 15, eerste lid van de wet van 16 februari 1994 tot regeling van het contract tot reisorganisatie en reisbemiddeling bepaalt dat indien tijdens de reis blijkt dat een belangrijk deel van de diensten waarop de overeenkomst betrekking heeft, niet zal kunnen worden uitgevoerd, de reisorganisator alle nodige maatregelen neemt om de reiziger passende en kosteloze alternatieven aan te bieden met het oog op de voortzetting van de reis. In een arrest van 13 maart 2015 oordeelde het Hof van Cassatie dat deze bijstandsverplichting ook geldt wanneer de niet-uitvoering van de reisovereenkomst het gevolg is van overmacht.

Het Hof van Cassatie verwierp op die grond een cassatieberoep tegen een arrest van het hof van beroep te Antwerpen, dat schadevergoeding had toegekend aan een echtpaar wiens terugvlucht uit India verstoord werd door de uitbarsting van de IJslandse vulkaan Eyjafjallajökull, en dat gestrand was in Helsinki en kosten had moeten dragen voor verblijf en terugkeer naar België. Overmacht zal dus enkel de reisorganisator bevrijden als de bijstandsverplichting zelf wordt verhinderd.