Article

Actualité : Grondwettelijk Hof, 12/03/2015, R.D.C.-T.B.H., 2015/5, p. 478-479

Grondwettelijk Hof 12 maart 2015

Zaak: 31/2015
CONTINUITEIT VAN DE ONDERNEMING
Algemene bepalingen - Toepassingsgebied


CONTINUITÉ DE L'ENTREPRISE
Dispositions générales - Champ d'application


Artikel 4 WCO bepaalt dat deze wet niet toepasselijk is op de burgerlijke vennootschappen met handelsvorm die de hoedanigheid hebben van een lid van een vrij beroep zoals omschreven in artikel 2, 1° van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de misleidende en vergelijkende reclame, de onrechtmatige bedingen en de op afstand gesloten overeenkomsten inzake de vrije beroepen, of waaronder de beoefenaars van een vrij beroep hun activiteit uitoefenen. Naar aanleiding van het verzoek tot openen van een procedure van gerechtelijke reorganisatie door een burgerlijke vennootschap met handelsvorm die actief is op het gebied van boekhouding, werd aan het Grondwettelijk Hof de prejudiciële vraag voorgelegd of deze bepaling de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, in zoverre dit impliceert dat een zelfstandige die een vrij beroep uitoefent en in de vorm van een burgerlijke vennootschap met handelsvorm werkzaam is, niet het voordeel geniet van de maatregelen in werking gesteld bij de wet continuïteit ondernemingen, terwijl elke andere zelfstandige die in de vorm van een burgerlijke vennootschap met handelsvorm werkzaam is, wel het voordeel geniet van de bij die wet in werking gestelde maatregelen.

Het Grondwettelijk Hof beantwoordt de prejudiciële vraag negatief. Het verschil in behandeling berust op een objectief criterium (de niet commerciële aard van de handelingen die de uitoefening van een vrij beroep kenmerken), beantwoordt aan het bij de wet nagestreefde doel (vrije beroepers kunnen niet failliet verklaard worden) en is evenredig (de beoefenaars van vrije beroepen zijn aan eigen deontologische regels onderworpen en ondergaan een financieel toezicht door de tuchtoverheden).

Bijkomend vermocht de wetgever te oordelen dat een aantal deontologische regels die eigen zijn aan de vrije beroepen, zoals het beroepsgeheim, niet in acht zouden kunnen worden genomen indien de gerechtelijke reorganisatie op hen moest worden toegepast. In verschillende bepalingen van de wet continuïteit ondernemingen treedt de accountant of boekhouder (bovendien) op als hulporgaan van de rechterlijke macht.