Article

Actualité : Hof van Justitie, 21/01/2015, R.D.C.-T.B.H., 2015/3, p. 292-293

Hof van Justitie 21 januari 2015

Zaak: C-482/13, C-484/13 en C-487/13
MARKTPRAKTIJKEN
Overeenkomst met de consument - Onrechtmatige bedingen - Richtlijn nr. 93/13/EEG - Ambtshalve onderzoek - Strafbeding - Nietigverklaring


PRATIQUES DU MARCHÉ
Contrats avec le consommateur - Clauses abusives - Directive n° 93/13/CEE - Examen d'office - Clause pénale - Annulation


Artikel 6 van richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten stelt: “De lidstaten bepalen dat oneerlijke bedingen in overeenkomsten tussen een verkoper en een consument onder de in het nationaal recht geldende voorwaarden de consument niet binden en dat de overeenkomst voor de partijen bindend blijft indien de overeenkomst zonder de oneerlijke bedingen kan voortbestaan.”

De Spaanse hypotheekwet (art. 114 van de Ley Hipotecaria) voorziet dat de vertragingsrente op geldleningen niet meer mag bedragen dan driemaal de wettelijke rente en dat indien dit het geval is, een herberekening hiervan dient te gebeuren.

De verwijzende Spaanse rechter wenste te vernemen of hij in toepassing van deze wet de rente ten aanzien van een consument kan matigen of indien hij het beding ongeldig en onverbindend dient te verklaren krachtens artikel 6 van de richtlijn.

Het Hof van Justitie oordeelt dat artikel 6, 1. van richtlijn nr. 93/13 zo moet worden uitgelegd dat het zich niet verzet tegen een nationale bepaling die dergelijke herberekening oplegt, mits de toepassing van die nationale bepaling de beoordeling door de nationale rechter van de oneerlijkheid van een dergelijk beding onverlet laat en niet belet dat de rechter dat beding alsnog buiten toepassing laat indien hij tot het oordeel komt dat het “oneerlijk” is in de zin van artikel 3, 1. van de richtlijn.