Article

Actualité : Gerecht van de Europese Unie, 12/06/2014, R.D.C.-T.B.H., 2014/7, p. 731-732

Gerecht van de Europese Unie 12 juni 2014

Intel / Europese Commissie

Zaak: T-286/09
MEDEDINGING
Europees mededingingsrecht - Machtspositie - Misbruiken - Exclusiviteitskortingen


CONCURRENCE
Droit européen de la concurrence - Position dominante - Abus - Rabais d'exclusivité


De Europese Commissie legde in 2009 een boete van 1,06 miljard euro op aan Intel, een Amerikaanse fabrikant van microprocessoren, wegens misbruik van machtspositie tussen 2002 en 2007 op de markt voor “x86 processoren”. Dit is de zwaarste boete die ooit door de Commissie aan één enkele onderneming werd opgelegd voor een mededingingsinbreuk. Volgens de Commissie bestond het misbruik in het toepassen van een strategie om haar enige daadwerkelijke concurrent, AMD, van de markt te verdrijven, met name door (i) het toekennen van kortingen aan de vier voornaamste computerfabrikanten op voorwaarde dat zij (bijna) al hun x86-processoren bij Intel aankochten; (ii) betalingen aan een distributeur indien deze uitsluitend computers verkocht die waren uitgerust met x86-processoren van Intel en (iii) betalingen aan computerfabrikanten indien zij de marktlancering van computers uitgerust met AMD processoren uitstelden of annuleerden. De Commissie had de getrouwheidskortingen van Intel onderzocht op basis van een “effects-based” methodologie. Het Gerecht heeft in haar arrest van 12 juni 2014 het beroep van Intel tegen de beslissing van de Commissie afgewezen.

Het Gerecht meent dat, gezien de aard van de kortingen, de “effects-based” analyse van de Commissie niet vereist was. Het Gerecht oordeelt dat exclusiviteitskortingen die worden verleend door dominante ondernemingen op zich de mededinging kunnen beperken en concurrenten van de markt kunnen verdringen. Aangezien exclusiviteitskortingen naar hun aard zelf de mededinging beperken, besluit het Gerecht dat de Commissie niet verplicht was om de concrete omstandigheden van de zaak te onderzoeken en om aan te tonen dat de door Intel toegekende kortingen in de praktijk ertoe (konden) leid(d)en dat de concurrenten zoals AMD van de markt werden verdreven. Het Gerecht hanteert een gelijkaardige redenering bij de beoordeling van de door Intel gemaakte betalingen.