Deze wet beoogt de gedeeltelijke omzetting naar Belgisch recht van o.m. Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en Richtlijn 2013/14/EU van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 tot wijziging van Richtlijn 2003/41/EG betreffende de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening, Richtlijn 2009/65/EG tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) en Richtlijn 2011/61/EU inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen ter voorkoming van een overmatig vertrouwen in ratings. De wet onderwerpt beheerders van alternatieve instellingen voor collectieve belegging (“AICB's”) en AICB's aan een bijzonder statuut en bevat 1) geharmoniseerde bepalingen inzake beheerders van AICB's (deel II), 2) niet-geharmoniseerde bepalingen inzake openbare, institutionele en private AICB's (deel III) en 3) niet-geharmoniseerde bepalingen inzake beheervennootschappen (deel IV). Specifieke bepalingen zijn voorzien voor kleinschalige beheerders van AICB's. De AICB's en de beheerders met België als lidstaat van herkomst worden onderworpen aan het toezicht van de FSMA.

Deze wet werd gewijzigd door een wet van 10 april 2014 (sic) tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen, van de wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders (BS 17 juni 2014, in werking getreden op 27 juni 2014).