Article

Actualité : Europees Hof van Justitie, 19/12/2013, R.D.C.-T.B.H., 2014/3, p. 311-312

Europees Hof van Justitie 19 december 2013

Zaak: C-174/12
FINANCIEEL RECHT
Financiële markten - Prospectus


DROIT FINANCIER
Marchés financiers - Prospectus


Een Oostenrijkse investeerder kocht op 7 januari 2005 aandelen van de vennootschap Immofinanz. De aankoop gebeurde op de secundaire markt, en dus niet in het kader van een uitgifte van nieuwe aandelen, via een makelaar die verbonden was met Immofinanz. Nadat de aandelen fel in waarde zijn gezakt, zoekt de inversteerder verhaal bij Immofinanz. Eén van de argumenten waarop de Oostenrijker zich beroept is dat hij de betrokken aandelen heeft gekocht op basis van het op dat ogenblik actuele prospectus van Immofinanz. Volgens de Oostenrijker werd daarin de aankoop van de Immofinanz-aandelen als een veilige en risicoloze investering omschreven. Het prospectus bevatte evenwel onvolledige, onjuiste of bedrieglijke informatie volgens de Oostenrijkse investeerder.

Gelijkaardig aan ons artikel 61 van de prospectuswet van 16 juni 2006, bevat de Oostenrijkse wet op de kapitaalmarkten een bepaling dat de uitgevende instelling aansprakelijk is voor de door de belegger geleden schade ten gevolge van onjuiste of onvolledige informatie. Voor zover er geen sprake is van opzet is de aansprakelijkheid begrensd tot de betaalde koopprijs, te vermeerderen met kosten en interest. Op die basis vordert de Oostenrijkse investeerder bij wijze van schadevergoeding de vernietiging van de koopovereenkomst en de terugbetaling van de oorspronkelijke koopprijs in ruil voor de aandelen Immofinanz. Volgens Immofinanz is die vordering in strijd met o.a. de bepalingen tot instandhouding van het kapitaal van vennootschappen zoals vastgelegd in de Tweede Richtlijn en met de artikelen 12 en 13 van richtlijn 2009/101.

Het Hof van Justitie stelt dat de desbetreffende artikelen van de Tweede Richtlijn aldus moeten worden uitgelegd dat zij niet verhinderen dat een nationale regeling ter omzetting van de prospectus-, de transparantie- en de marktmisbruikrichtlijn bepaalt (i) dat een NV als uitgevende instelling aansprakelijk is jegens een verkrijger van aandelen van de vennootschap wegens schending van haar informatieverplichtingen en (ii) dat de betrokken vennootschap wegens die aansprakelijkheid verplicht is aan de verkrijger een met de aankoopprijs van de aandelen overeenstemmend bedrag terug te betalen en de aandelen terug te nemen.

Zulke betaling is volgens het Hof geen kapitaaluitkering in de zin van artikel 15 van de Tweede Richtlijn (cf. art. 617 W.Venn.) en aldus niet onderworpen aan de desbetreffende beperkingen. Een terugname van de aandelen die een investeerder koopt op basis van onjuiste informatie waarvan de verspreiding kan worden toegerekend aan de vennootschap, valt evenmin binnen het principiële verbod tot inkoop van eigen aandelen vastgelegd in artikel 18, 1. van de Tweede Richtlijn. Zulke verkrijging van eigen aandelen vloeit immers voort uit een wettelijke verplichting tot schadevergoeding. Het Hof verwijst hierbij ook naar artikel 20, 1., sub d) van de Tweede Richtlijn (cf. art. 620 W.Venn.). De beperkte mogelijkheden tot nietigverklaring van vennootschappen zoals vastgelegd in de artikelen 12 en 13 van richtlijn 2009/101 beletten evenmin dat, in de gegeven omstandigheden, een nationale regeling voorziet in de vernietiging met terugwerkende kracht van een overeenkomst tot koop van aandelen.