Article

– Wet tot wijziging van de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt wat de kwaliteitsrekening van notarissen betreft en van de hypotheekwet van 16 december 1831 wat de kwaliteitsrekening van advocaten, notarissen en gerechtsdeurwaarders betreft Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de kwaliteitsrekening van advocaten betreft, R.D.C.-T.B.H., 2014/1, p. 113-114

Wet tot wijziging van de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt wat de kwaliteitsrekening van notarissen betreft en van de hypotheekwet van 16 december 1831 wat de kwaliteitsrekening van advocaten, notarissen en gerechtsdeurwaarders betreft
Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de kwaliteitsrekening van advocaten betreft

Met zijn arrest van 27 januari 2011 - inzake de derdenrekening van de advocaat - heeft het Hof van Cassatie een bom gelegd onder de praktijk van de kwaliteitsrekening [1]. De kwaliteitsrekening wordt door de rekeninghouder qualitate qua gehouden, voor rekening van één of meer andere personen of vermogens, hetgeen duidelijk blijkt bij de tenaamstelling. Het Hof van Cassatie oordeelde dat bij gebrek aan specifieke wettelijke bepalingen, de geldsommen die gestort worden op een derdenrekening die de advocaat in eigen naam en voor eigen rekening in de boeken van een bank opent, ongeacht hun oorsprong, tot de schuldvordering van die advocaat op de bank en dus tot het geheel van zijn vermogen behoren (zie over de eenheid van het vermogen: M. Grégoire, “L'unicité du patrimoine (se) déchire” in Réalités et fictions du droit des garanties, Brussel, Larcier, 2011, 483-489). In de talrijke commentaren op voormeld arrest werd gewezen op de nood aan een wetgevend optreden - gelet op het maatschappelijk belang - om de derdenrekening van de advocaat, en bij uitbreiding de kwaliteitsrekening wettelijk te verankeren.

Aan de oproep wordt tegemoet gekomen met de hierboven vermelde wetten, die om technische redenen van elkaar gescheiden zijn.

De Wet tot wijziging van de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt wat de kwaliteitsrekening van notarissen betreft en van de hypotheekwet van 16 december 1831 wat de kwaliteitsrekening van advocaten, notarissen en gerechtsdeurwaarders betreft, regelt in hoofdzaak de volgende punten:

    • artikel 34 van de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt wordt vervangen. De krachtlijnen van de nieuwe regeling laten zich als volgt samenvatten. Elke notaris maakt een onderscheid tussen zijn eigen gelden en derdengelden. De notaris verhandelt gelden van cliënten of derden via een of meer rekeningen geopend op zijn naam of de naam van zijn notarisvennootschap (art. 34, § 1). Deze rekeningen omvatten de derdenrekeningen en de rubriekrekeningen (art. 34, § 2), welke moeten voldoen aan de in artikel 34, § 3 bepaalde voorwaarden (gericht op de bescherming van de bestemmeling). Behoudens uitzonderlijke omstandigheden stort de notaris de op zijn derdenrekening ontvangen gelden zo vlug mogelijk door aan de bestemmeling, indien dit niet mogelijk is - uiterlijk binnen een termijn van twee maanden - stort hij ze op een rubriekrekening (art. 34, § 4);
    • in de hypotheekwet van 16 december 1831 wordt een artikel 8/1 ingevoegd. Deze bepaling is de crux van de nieuwe regeling. De schuldvorderingen op gelden, effecten en geldswaardige papieren aan toonder die ten behoeve van een derde zijn geplaatst op de rekeningen bedoeld in de artikelen 446quater, 446quinquies, 522/1 en 522/2 van het Gerechtelijk Wetboek (infra) en de artikelen 34 en 34bis van de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt zijn afgescheiden van het vermogen van de rekeninghouder.

    Ten gevolge van deze vermogensafscheiding vallen deze schuldvorderingen buiten de samenloop tussen de schuldeisers van de rekeninghouder en alle verrichtingen met betrekking tot deze schuldvorderingen kunnen aan de boedel worden tegengeworpen, voor zover ze verband houden met de bestemming van deze gelden, effecten en geldswaardige papieren aan toonder. Deze gelden, effecten en geldswaardige papieren aan toonder vallen eveneens buiten de vereffening van het huwelijksvermogensstelsel en de nalatenschap van de rekeninghouder. Indien het tegoed van de rekening ontoereikend is voor de betaling van de bestemmelingen, wordt het tussen hen verdeeld in verhouding tot hun aanspraken. Indien de rekeninghouder zelf rechten heeft op het tegoed van de rekening, wordt hem slechts het saldo toegekend dat overblijft nadat alle rechten van de derden zijn uitgeoefend.

    De wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de kwaliteitsrekening van advocaten betreft, voegt de artikelen 446quater en 446quinquies in het Gerechtelijk Wetboek in, welke de voorwaarden bepalen waaraan de derdenrekeningen en rubriekrekeningen van advocaten moeten voldoen. Deze voorwaarden stemmen overeen met hetgeen hierboven werd vermeld inzake de derdenrekeningen en rubriekrekeningen van notarissen. Hetzelfde geldt voor de gerechtsdeurwaarders, waarvoor verwezen moet worden verwezen naar het wetsontwerp tot wijziging van het statuut van de gerechtsdeurwaarders (53K2937).

    BESLAG EN EXECUTIE
    Beslagbare goederen - Algemeen - Derdenrekening van de advocaten, notarissen en gerechtsdeurwaarders
    SAISIES ET VOIES D'EXECUTION
    Biens saisissables - Généralités - Compte tiers des avocats, notaires et huissiers de justice
    [1] Cass. 27 januari 2011, TBH 2011, 561, concl. A. Henkes, noot R. Houben.