Article

Hof van beroep Brussel, 09/01/2013, R.D.C.-T.B.H., 2014/10, p. 995-997

Hof van beroep Brussel 9 januari 2013

VERZEKERINGEN
Landverzekering - Persoonsverzekering - Levensverzekering - Artikel 112 Wet landverzekeringsovereenkomst - Herroeping begunstigde - Voorlopig bewindvoerder
Het recht om de begunstiging te herroepen komt uitsluitend toe aan de verzekeringnemer en kan niet worden uitgeoefend door zijn wettelijke vertegenwoordiger. Het is dus niet mogelijk dat de voorlopige bewindvoerder tekent voor de wijziging van de begunstigingsclausule.
De beschermde persoon moet voorafgaand gemachtigd worden door de vrederechter wanneer de aanduiding van de nieuwe begunstigde een onrechtstreekse schenking uitmaakt.
ASSURANCES
Assurances terrestres - Assurances de personnes - Assurance vie - Article 112 Loi sur le contrat d'assurance terrestre - Droit de révocation - Administrateur provisoire
Le droit de révoquer le bénéficiaire appartient exclusivement au preneur d'assurance et ne peut être exercé par son représentant légal. L'administrateur provisoire ne peut donc pas signer la modification de la clause bénéficiaire.
La personne protégée doit recevoir l'autorisation préalable du juge de paix quand la désignation du nouveau bénéficiaire constitue une donation indirecte.

NV Dexia Verzekeringen België / D.T. e.a.

Zet.: I. Diercxsens (voorzitter), J. Blomme en B. Veeckmans (raadsheren)
Pl.: Mrs. Bergmans loco G. Verdeyen en Hallaerd loco J. Raets en Hofman loco L. Brants

(…)

De procedure in eerste aanleg

Bij gerechtsdeurwaardersexploot van 19 juni 2007 hebben D.T. en L.T. een inleidende vordering ingesteld tegen de NV Dexia Verzekeringen België teneinde deze laatste te horen veroordelen tot betaling van het bedrag van 23.976,33 EUR, te vermeerderen met de moratoire interesten aan de wettelijke interestvoet vanaf 30 juli 2006 tot de datum der dagvaarding en daarna met de gerechtelijke interesten tot de uiteindelijke betaling, uit hoofde van de door wijlen hun vader, de heer P.T., afgesloten beleggingsverzekering bij de NV Dexia Verzekeringen België.

De NV Dexia Verzekeringen België concludeerde tot de onontvankelijkheid, minstens de ongegrondheid van de vordering.

Bij verzoekschrift neergelegd op 16 juni 2008 kwam F.G. als gewezen voorlopige bewindvoerster van wijlen de heer P.T. vrijwillig tussen in de procedure.

Bij conclusie van 2 september 2008 vorderden D.T. en L.T. om het vonnis gemeen te verklaren aan F.G. en hen voorbehoud te horen verlenen om deze na heropening der debatten alsnog in vrijwaring aan te spreken.

In het bestreden vonnis van 19 mei 2009 heeft de eerste rechter:

- de vordering van D.T. en L.T. ontvankelijk en in de volgende mate gegrond verklaard;

- de NV Dexia Verzekeringen België veroordeeld tot betaling aan D.T. en L.T. van het bedrag van 23.976,33 EUR, te vermeerderen met de verwijlinteresten aan de wettelijke rentevoet vanaf 22 november 2006 en de gerechtelijke interesten;

- het vonnis gemeen verklaard aan F.G.;

- partijen voor het overige afgewezen van het meer en/of anders gevorderde;

- de NV Dexia Verzekeringen België veroordeeld tot de kosten van het geding.

De procedure in hoger beroep

Tegen voormeld vonnis heeft de NV Dexia Verzekeringen België bij verzoekschrift van 24 juli 2009 principaal hoger beroep ingesteld teneinde de oorspronkelijke vordering ongegrond te horen verklaren.

D.T. en L.T. concluderen tot de ongegrondheid van het principaal hoger beroep. Bij conclusie van 14 december 2009 stellen zij incidenteel hoger beroep in teneinde aan hen een maximale rechtsplegingsvergoeding toe te kennen van 4.000 EUR.

F.G. concludeert dat zij geen bezwaar ontwikkelt met betrekking tot de gebeurlijke gemeenverklaring van het tussen te komen arrest.

De feiten

De eerste rechter heeft de voor dit geschil relevante feiten op bondige en doelmatige wijze weergegeven zodat het hof naar de betreffende uiteenzetting in het bestreden vonnis verwijst en deze uitdrukkelijk tot de zijne maakt.

De beoordeling

1. Op 10 juni 2002 ondertekende de heer P.T. een levensverzekeringscontract gekoppeld aan beleggingsfondsen en duidde als begunstigde bij overlijden mevrouw M.D. aan.

Bij beschikking van 17 november 2005 verklaarde de vrederechter van het kanton Veurne-Nieuwpoort de heer P.T. niet in staat zijn goederen te beheren en voegde mevrouw F.G., advocate, als voorlopige bewindvoerder toe.

Deze beschikking werd als volgt gemotiveerd: “De gehele gezondheidstoestand van betrokkene en inzonderheid de ernstige aantasting van zijn geheugen stellen hem buiten staat om nog zelf het beheer van zijn goederen waar te nemen. De toevoeging van een voorlopige bewindvoerder is gewettigd.”

Op 21 februari 2006 werd door de verzekeraar een bijvoegsel opgesteld, namelijk een aanvraag tot wijziging van de begunstigingsclausule bij overlijden. Dit document werd uitsluitend ondertekend door F.G. als voorlopige bewindvoerder. Deze aanvraag hield het volgende in:

“Ik, ondergetekende, handelend in de hoedanigheid van de ondertekenaar van bovenvermeld contract, vraag de wijziging van de begunstigingsclausule bij overlijden van de verzekerde.

Door dit document te ondertekenen verklaart ondergetekende zich akkoord met de nieuwe begunstigingsclausule bij overlijden van de verzekerde.

Gegevens nieuwe begunstigingsclausule bij overlijden van de verzekerde: de nalatenschap van de verzekerde.”

2. Artikel 112 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst bepaalt:

“Zolang zij niet door de aangewezen begunstigde is aanvaard, is de verzekeringnemer gerechtigd de begunstiging te herroepen totdat de verzekerde prestaties opeisbaar worden.

De herroeping wordt bewezen overeenkomstig artikel 10.

Het recht van herroeping komt uitsluitend toe aan de verzekeringnemer. Het kan alleen door hem worden uitgeoefend en niet door zijn echtgenoot, wettelijke vertegenwoordigers, schuldeisers en behoudens het geval van artikel 957 van het Burgerlijk Wetboek, door zijn erfgenamen of rechthebbenden.” (cursivering door het hof)

Door dat het recht om de begunstiging te herroepen en om een andere begunstigde aan te wijzen uitsluitend toekomt aan de verzekeringnemer en niet kan worden uitgeoefend door zijn wettelijke vertegenwoordiger, is het niet mogelijk dat de voorlopige bewindvoerder tekent voor de wijziging van de begunstigingsclausule. Bij de herroeping van de begunstigde gaat het om een rechtshandeling die de periode na het overlijden betreft en die de beschermde persoon niet kan schaden, zodat in de lijn van het arrest van het Hof van Cassatie van 10 januari 2008 de beschermde persoon de bekwaamheid behoudt om dit type van rechtshandeling te stellen, tenzij de wet uitdrukkelijk anders bepaalt.

De herroeping van de begunstiging is dus een rechtshandeling die enkel de beschermde persoon persoonlijk kan stellen.

Samengevat betekent dit dat voor een wijziging van de begunstiging enkel de beschermde persoon kan optreden en dat hij daarvoor voorafgaand gemachtigd moet worden door de vrederechter wanneer de aanduiding van de nieuwe begunstigde een onrechtstreekse schenking uitmaakt. De beschermde persoon heeft de machtiging van de vrederechter niet nodig indien het niet om een onrechtstreekse schenking gaat (J. Bael, “De actuele betekenis van het arrest van het Hof van Cassatie van 10 januari 2008 voor de rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht betreffende personen onder voorlopig bewind” in Patrimonium, nr. 4, Antwerpen, Intersentia, 2009, p. 263-264).

3. Te dezen ligt geen bewijs, in de zin van artikel 10 van de wet van 25 juni 1992, voor dat het recht om de begunstiging te herroepen en een nieuwe begunstigde aan te wijzen, door de beschermde persoon zelf, de heer P.T., werd uitgeoefend.

De aanvraag van 21 februari 2006, die uitsluitend werd ondertekend door de voorlopige bewindvoerder, kan geen rechtsgevolgen sorteren wegens strijdigheid met artikel 112 van de wet van 25 juni 1992, dat naar luid van artikel 3 van dezelfde wet van dwingend recht is. Overigens ligt geen bewijs voor dat de verzekeraar deze aanvraag van 21 februari 2006 mede voor akkoord heeft ondertekend.

Ten onrechte werd in het bestreden vonnis een onderscheid gemaakt tussen de beslissing tot herroeping en de uitvoering van deze beslissing. Dit onderscheid vindt geen steun in de duidelijke wetsbepaling van voornoemd artikel 112, dat voorschrijft dat alleen de verzekeringnemer zelf het recht tot herroeping kan uitoefenen. Overigens wordt noch aangevoerd noch bewezen dat de voorlopige bewindvoerder de aanvraag van 21 februari 2006 heeft ondertekend, alleen maar om de eenvoudige reden dat P.T. zelf geen handtekening meer kon plaatsen.

De verzekeraar heeft om deze reden terecht de overeengekomen verzekeringsprestatie ten gunste van mevrouw M.D. uitgevoerd.

Aldus is het overbodig om de overige door partijen ontwikkelde middelen te onderzoeken.

De vordering van D.T. en L.T. moet ongegrond worden verklaard.

(…)


Note / Noot

Artikel 112 Wet landverzekeringsovereenkomst is hernomen in artikel 174 van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen.


Note / Noot

L'article 112 Loi sur le contrat d'assurance terrestre est repris par l'article 174 de la loi du 4 avril 2014 relative aux assurances.