Rechtbank van koophandel Antwerpen 26 oktober 2012
CONTINUITEIT VAN ONDERNEMINGEN
Algemene bepalingen - Samenvoeging
In de wet continuïteit ondernemingen staat het begrip onderneming weliswaar centraal, maar men mag niet vergeten dat het steeds om afzonderlijke rechtspersonen gaat met een afgescheiden vermogen. In die optiek kunnen de verschillende procedures niet gevoegd worden overeenkomstig artikel 30 Ger.W.
|
CONTINUITE DES ENTREPRISES
Dispositions générales - Jonction
Dans la loi sur la continuité des entreprises, la notion d'entreprise occupe certes une place centrale, mais on ne peut pas oublier qu'il s'agit toujours de personnes morales distinctes avec un patrimoine distinct. Dans cette optique, les différentes procédures ne peuvent pas être jointes conformément à l'article 30 C. jud.
|
NV Alfacam Group
Zet.: T. Van Houtte (rechter, kamervoorzitter), M. Permeke (voorzitter in handelszaken), P. Geerts (rechter in handelszaken) |
OM: C. Nys (substituut procureur des Konings) |
Pl.: Mr. Ph. Van Den Broecke |
Het verzoekschrift met bijlagen, strekkend tot het bekomen van een gerechtelijke reorganisatie met het oog op een collectief akkoord en de mogelijkheid tot overdracht onder gerechtelijk gezag aan een of meerdere derden, van een geheel of gedeelte van de onderneming of haar activiteiten overeenkomstig artikel 51 WCO werd op 17 oktober 2012 neergelegd.
Er wordt gevraagd de duur van de opschorting te bepalen op 3 maanden.
In het verzoekschrift werd tevens om de aanstelling van een gerechtsmandataris conform artikel 27, § 1 WCO verzocht.
Daarnaast vraagt verzoekster de voeging van de verschillende reorganisatieprocedures allen ingeleid bij verzoekschrift op 17 oktober 2012. Het gaat met name om het verzoek van de NV Alfacam Group, de NV Alfacam, de NV Euro1080, de NV Eurolinx en de CVBA Big Little 1.
Bij beschikking van 18 oktober 2012 werd de heer M. Von den Busch aangesteld als gedelegeerd rechter.
Op de zitting van 24 oktober 2012 bracht de gedelegeerd rechter uitvoerig verslag uit.
Verzoekster gaf toelichting bij het verzoek.
Het Openbaar Ministerie bracht advies uit.
Het verzoek is regelmatig naar de vorm en ontvankelijk.
De rechtbank is van oordeel dat het verzoek in de hiernavolgende mate gegrond is.
Op de vraag om de verschillende reorganisatieprocedures van de verbonden ondernemingen, ingeleid op dezelfde dag bij afzonderlijk verzoekschrift, overeenkomstig artikel 30 Ger.W. te voegen, gaat de rechtbank niet in.
Verzoekster voert aan dat het gaat om onlosmakelijk verbonden ondernemingen, zowel op het gebied van de activa als op het gebied van de operationele structuur. De vennootschappen zouden voor het overgrote deel gehouden zijn als medeschuldenaar of borg voor mekaars schulden. De onderscheiden vennootschappen maken één onderneming uit, waarbij in het kader van een gerechtelijke reorganisatie, de enige zinvolle oplossing er één is die de problemen van de gehele groep oplost.
In de WCO staat het begrip onderneming weliswaar centraal, maar men mag niet vergeten dat het nog steeds om afzonderlijke rechtspersonen gaat met een afgescheiden vermogen. In het verleden heeft men blijkbaar geopteerd om met verschillende vennootschappen te werken.
In die optiek is de rechtbank van oordeel, waarbij ze onder meer rekening houdt met de belangen van de onderscheiden schuldeisers in de afzonderlijke vennootschappen, dat de verschillende procedures niet gevoegd kunnen worden overeenkomstig artikel 30 Ger.W.
De rechtbank heeft uiteraard wel oog voor de verwevenheid van de verschillende dossiers, vandaar de parallelle behandeling van de verschillende zaken, het feit dat in al de dossiers dezelfde gedelegeerd rechter werd aangeduid en dat dezelfde gerechtsmandatarissen in al de reorganisatieprocedures worden aangesteld.
Gelet op de complexiteit van het dossier en de korte tijdsspanne waarin gewerkt moet worden, is het aangewezen om twee gerechtsmandatarissen aan te duiden.
Om deze redenen:
De rechtbank, gelet op de toepassing van de artikelen 2, 34, 36, 37 en 41 van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, gewijzigd bij de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek;
Verklaart het verzoek ontvankelijk en gegrond in volgende mate:
Verklaart de procedure van gerechtelijke reorganisatie met het oog op een collectief akkoord waarbij in overeenstemming met artikel 51 WCO de mogelijkheid bestaat dat een deel of het geheel van de onderneming wordt overgedragen in het kader van het op te stellen reorganisatieplan, geopend en kent aan de NV Alfacam Group met zetel te 2547 Lint, Fabrieksstraat 38, ondernemingsnummer 0888.585.821 de in artikel 16 van de wet van 31 januari 2009 voorziene opschorting toe voor een periode eindigend op 5 februari 2013;
Bevestigt voor zover als nodig de aanstelling als gedelegeerd rechter van de heer M. Von den Busch, Charleslei 34 te 2930 Brasschaat;
Zegt dat het reorganisatieplan dient neergelegd te worden ter griffie uiterlijk op 14 januari 2013.
Bepaalt de terechtzitting over de stemming en de homologatie van dit reorganisatieplan op 1 februari 2013 te 9.30 u voor de 22ste kamer van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, zetelend in het Gerechtsgebouw, Bolivarplaats 20, 3de verdieping - zaal C3;
Stelt aan als gerechtsmandatarissen overeenkomstig artikel 27, § 1 WCO de heer E. Van Camp en Mevr. I. Mertens, advocaten te Antwerpen, kantoorhoudende te 2018 Antwerpen, Molenstraat 52-54 met als opdracht toezicht te houden op de overdracht van een geheel of gedeelte van de onderneming of haar activiteiten in het kader van het op te stellen reorganisatieplan;
Beveelt de publicatie van dit vonnis binnen de 5 dagen in het Belgisch Staatsblad uitgegeven te Brussel.
(...)