Article

Hof van Cassatie, 01/03/2013, R.D.C.-T.B.H., 2013/7, p. 683

Hof van Cassatie 1 maart 2013

Zaak: C.12.0188.N

Artikel 34, § 3 van de wet op de landverzekeringsovereenkomst bepaalt dat de regresvordering van de verzekeraar tegen de verzekerde verjaart door verloop van drie jaar te rekenen vanaf de dag van de betaling door de verzekeraar behoudens bedrog. In het arrest van 1 maart 2013 oordeelde het Hof van Cassatie dat deze bepaling de verjaring van de regresvordering doet lopen vanaf de betaling, ook al staat op dat ogenblik nog niet vast dat de verzekeraar over een grond van verhaal tegen de verzekerde beschikt. Het Hof oordeelt tevens dat de verjaringstermijn van artikel 34, § 3 ook geldt indien de regresvordering niet is gericht tegen de verzekerde, maar tegen de verzekeringnemer.

In casu veroorzaakte de zoon van T.D. op 6 juli 2004 een ongeval met een quad. In 2004 en 2005 werden de benadeelden door de WAM-verzekeraar van T.D. vergoed aangezien er geen betwisting bestond over de aansprakelijkheid. Bij vonnis van 4 april 2007 van de correctionele rechtbank te Hasselt werd de zoon van T.D. veroordeeld wegens het sturen zonder rijbewijs. Het cassatieberoep tegen dit vonnis werd verworpen bij arrest van 6 november 2007 waardoor de strafrechtelijke veroordeling definitief werd. Op 13 maart 2009 werd T.D. door zijn WAM-verzekeraar gedagvaard tot terugbetaling van de uitgaven op grond van artikel 25, 3°, b) van de Modelovereenkomst. In het vonnis van 21 maart 2011 van de rechtbank van eerste aanleg te Tongeren werd de vordering van de WAM-verzekeraar ongegrond verklaard wegens verjaring. De rechtbank oordeelde immers dat er tussen de betalingen in 2004 en 2005 en de dagvaarding van 13 maart 2009 reeds meer dan drie jaar was verstreken. Dit vonnis werd door het Hof van Cassatie bevestigd in zijn arrest van 1 maart 2013.

Met zijn interpretatie van artikel 34, § 3 van de wet op de landverzekeringsovereenkomst gaat het Hof van Cassatie in tegen de conclusie van procureur-generaal Leclercq en de meerderheidsopvatting in de rechtsleer, die oordelen dat de verjaring niet kan beginnen lopen vóór het ogenblik waarop de beslissing die de verzekerde veroordeelt en waarbij is komen vast te staan dat de voorwaarden om het regresrecht te kunnen uitoefenen, vervuld zijn, in kracht van gewijsde is getreden (zie verwijzingen in de conclusie van procureur-generaal Leclercq). Rekening houdend met deze meerderheidsopvatting en met het gebrek aan verduidelijking in de parlementaire voorbereiding, was een uitgebreidere motivering door het Hof welkom geweest.

VERZEKERINGEN
Landverzekering - Verjaring - Verjaringstermijn - Verzekeraar - Regresvordering - Verzekerde
ASSURANCES
Assurance terrestre - Prescription - Délai de prescription - Assureur - Action récursoire - Assuré