Article

– Wet van 23 april 2013 tot opheffing van de opdracht van de Nationale Bank van België als centrale depositaris van protesten (BS 17 mei 2013, inwerkingtreding op 1 september 2013), R.D.C.-T.B.H., 2013/7, p. 675-676

Wet van 23 april 2013 tot opheffing van de opdracht van de Nationale Bank van België als centrale depositaris van protesten (BS 17 mei 2013, inwerkingtreding op 1 september 2013)

Deze wet wijzigt de protestwet van 3 juni 1997 (BS 19 juli 1997, hierna “protestwet”) en de wet van 10 juni 1997 houdende diverse bepalingen met betrekking tot de protesten (BS 19 juli 1997). In de protestwet wordt het hoofdstuk over de protesten wegens niet-betaling van wisselbrieven en orderbriefjes die in de Verrekeningskamer aangeboden opgeheven. Het hoofdstuk “Andere protesten wegens niet-betaling en protesten wegens niet-acceptatie” is voortaan getiteld “Protesten wegens niet-betaling en protesten wegens niet-acceptatie”.

Concreet houden deze wijzigingen in dat de Nationale Bank van België (“NBB”) niet langer de centrale depositaris van protesten wegens niet-betaling van wisselbrieven en orderbriefjes zal zijn vanaf de inwerkingtreding van de wetswijziging op 1 september 2013. De motivatie van de wetgever hiervoor is dat enerzijds het volume aan handelspapier sterk gedaald is en anderzijds dat de informaticasystemen waarmee de centrale depositaris werkte verouderd zijn.

Protest wegens niet-betaling van wisselbrieven en orderbriefjes kan vanaf 1 september 2013 enkel nog via een protestakte opgemaakt worden door de gerechtsdeurwaarder en moeten de informatie bevatten zoals bepaald in het gewijzigde artikel 6 van de protestwet. De gerechtsdeurwaarder moet telkens hij een protestakte voor een handelswissel opmaakt een bericht van protest zenden naar het Centraal Bestand van berichten van beslag, delegatie, overdracht en collectieve schuldenregeling (art. 60 van de wet van 14 januari 2013 houdende diverse bepalingen inzake werklastvermindering binnen justitie, BS 1 maart 2013).

Bij wijze van overgangsbepaling is voorzien dat de NBB de protesten wegens niet-betaling van wisselbrieven en orderbriefjes, die in de Verrekeningskamer aangeboden werden en die door de gerechtsdeurwaarders bij haar als centrale depositaris opmaakten voor 1 september 2013 nog gedurende 7 jaar moet bewaren. Het door de NBB als centrale depositaris opgemaakte repertorium van protestakten moet door de NBB bewaard worden gedurende 3 jaar vanaf de dagtekening van het laatste in dit repertorium opgenomen protest of totdat de relevante informatie uit dit repertorium wordt overgenomen in het Centraal Bestand van berichten van beslag als dit gebeurt voor het verstrijken van de driejarige termijn.

PUBLIEK BANKRECHT - WAARDEPAPIER
Nationale Bank van België - Protest
DROIT BANCAIRE PUBLIC - EFFETS DE COMMERCE
Banque Nationale de Belgique - Protêt