Article

– Wet van 23 mei 2013 tot wijziging van artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek teneinde aan de ingebrekestellingsbrief van de advocaat, van de gerechtsdeurwaarder of van de persoon die krachtens artikel 728, § 3 van het Gerechtelijk Wetboek in rechte mag verschijnen, een verjaringsstuitende werking te verlenen, R.D.C.-T.B.H., 2013/7, p. 672-673

Wet van 23 mei 2013 tot wijziging van artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek teneinde aan de ingebrekestellingsbrief van de advocaat, van de gerechtsdeurwaarder of van de persoon die krachtens artikel 728, § 3 van het Gerechtelijk Wetboek in rechte mag verschijnen, een verjaringsstuitende werking te verlenen

Deze wet, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 1 juli 2013, kadert, net zoals de boven besproken wet betreffende de advocatenakte, in een reeks maatregelen om het gerechtelijk apparaat te ontlasten.

Door de nieuwe wet zal een ingebrekestelling bij aangetekende zending met ontvangstbewijs verzonden door ofwel de advocaat van de schuldeiser, ofwel de gerechtsdeurwaarder daartoe aangesteld door de schuldeiser, of nog de persoon die krachtens artikel 728, § 3 Ger.W. in rechte mag verschijnen namens de schuldeiser, de verjaring van de vordering stuiten. De ingebrekestelling moet gericht zijn aan de woonplaats, verblijfplaats of maatschappelijke zetel in België van de schuldenaar. Ingeval de bekende verblijfplaats verschilt van de woonplaats van de schuldenaar moet tevens een kopie worden verzonden naar die verblijfplaats.

De ingebrekestelling moet, om een verjaringsstuitende werking te hebben, een aantal vermeldingen bevatten, zoals de gegevens van schuldeiser en schuldenaar, een beschrijving van de schuldvordering en een verantwoording van alle geëiste bedragen, de termijn voor de schuldenaar om zijn verbintenis na te komen en de mogelijkheid om in rechte op te treden bij gebrek hieraan, de verjaringsstuitende werking van de ingebrekestelling en de handtekening van de verzender.

De verjaring wordt gestuit vanaf de datum van de verzending van de ingebrekestelling en doet een nieuwe termijn van één jaar ingaan, zonder de initiële verjaringstermijn evenwel te verkorten. De stuitende werking van de ingebrekestelling is bovendien slechts eenmalig.

In de praktijk zal de verjaringsstuitende ingebrekestelling dus slechts een nuttige toepassing vinden wanneer deze betrekkelijk dicht bij, en in elk geval minder dan één jaar voor, het verstrijken van de oorspronkelijke verjaringstermijn wordt verzonden.

BURGERLIJK RECHT
Verjaring - Stuiting en schorsing - Stuiting
DROIT CIVIL
Prescription - Interruption et suspension - Interruption