Grondwettelijk Hof 20 december 2012
Tessenderlo Chemie
Zaak: 161/2012 |
In 2010 legde de Europese Commissie Tessenderlo Chemie een boete op wegens haar betrokkenheid bij afspraken over de prijs van dierenvoeding. Rekening houdend met de mogelijkheid dat haar gedrag zou worden gesanctioneerd, legde Tessenderlo Chemie, in de boekjaren voorafgaand aan de boete, boekhoudkundige voorzieningen aan. De Belgische belastingadministratie beschouwt deze voorzieningen als niet fiscaal aftrekbaar. Tessenderlo Chemie vecht deze beslissing aan voor de rechtbank van eerste aanleg te Brussel, die prejudiciële vragen stelt aan het Grondwettelijk Hof over de fiscale aftrekbaarheid van de genoemde boete (als beroepskost). Opmerkelijk is dat de Europese Commissie tussenkomt in de procedure voor het Grondwettelijk Hof.
Het Grondwettelijk Hof oordeelt in bovenvermeld arrest dat boetes opgelegd door de Europese Commissie, zoals geldboetes met een strafrechtelijk karakter, niet fiscaal aftrekbaar zijn. Indien anders zou worden geconcludeerd, zou de onderneming in kwestie de financiële last van de geldboete immers ten dele kunnen afwentelen op de lidstaat. Een dergelijke interpretatie van de Belgische wetgeving zou de doeltreffendheid van kartelboetes (in het bijzonder hun afschrikkend effect) en de coherente toepassing van de verbodsbepalingen van het mededingingsrecht in het gedrang brengen en daarom strijdig zijn met het Unierecht.