Article

– Wet van 20 september 2012 tot instelling van het ‘una via'-principe in de vervolging van overtredingen van de fiscale wetgeving en tot verhoging van de fiscale penale boetes, BS 22 oktober 2012, 64132, R.D.C.-T.B.H., 2012/9, p. 946

Wet van 20 september 2012 tot instelling van het 'una via'-principe in de vervolging van overtredingen van de fiscale wetgeving en tot verhoging van de fiscale penale boetes, BS 22 oktober 2012, 64132

In het Staatblad van 22 oktober 2012 werd de wet gepubliceerd die het 'una via'-beginsel introduceert in fiscale strafzaken. Dit beginsel vormt een toepassing van het non bis in idem-beginsel, en strekt ertoe de (door het EHRM bekritiseerde) cumul tussen enerzijds een strafvervolging, en anderzijds een fiscale vervolging in het kader waarvan fiscale sancties worden opgelegd, uit te sluiten. Krachtens de nieuwe wet, wordt de opeisbaarheid van de belastingverhoging geschorst wanneer de procureur de strafvordering uitoefent wegens feiten van fiscale fraude. Ook wordt de verjaring van de fiscale vordering geschorst. De aanhangigmaking van de strafzaak bij de correctionele rechtbank maakt de belastingverhoging definitief niet opeisbaar. De beschikking tot buitenvervolgingstelling daarentegen maakt volgens de tekst een einde aan de schorsing van de opeisbaarheid en de schorsing van de verjaring. Vermits het uitoefenen van de strafvordering de fiscus enigszins 'blokkeert' in diens actiemogelijkheden, wordt in artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering een overlegstructuur in het leven geroepen tussen fiscus en parket, in het kader waarvan op ruime schaal aan informatie-uitwisseling zal worden gedaan. De politiediensten kunnen aan dit overleg deelnemen.

De keuze van de wetgever om de mogelijkheid tot oplegging van fiscale sancties te schorsen in afwachting van de uitkomst van de strafzaak is vreemd te noemen in de mate het omgekeerde blijkbaar niet geldt: na een fiscale veroordeling (met belastingverhoging) blijft een strafvervolging klaarblijkelijk mogelijk. Vraag is of dit de toets aan het gelijkheidsbeginsel zal doorstaan. Ook de keuze van de wetgever om de schorsing van de belastingverhoging en de fiscale verjaring te koppelen aan een hoogst onduidelijk begrip als het 'uitoefenen van de strafvordering' in de zin van artikel 460 WIB riskeert aanleiding te zullen geven tot problemen.

De nieuwe wet verhoogt ook op drastische wijze de bestaande fiscale geldboetes. Deze worden opgetrokken van 125.000 EUR (zonder opdeciemes) naar 500.000 EUR, waarbij tegelijk ook de wet op de opdeciemes van toepassing wordt op deze geldboetes. Aan de huidige opdeciemes betekent dit dat de fiscale geldboete maximaal 3.000.000 EUR kan bedragen, een vermenigvuldiging dus met een factor 24. Het ontradingseffect dat de wetgever hiermee zocht zal zijn doel wellicht niet missen.

De wetswijzigingen ('una via' en verhoging geldboetes) werden zowel doorgevoerd in het Wetboek Inkomstenbelastingen als het Wetboek van de Belasting over de Toegevoegde Waarde. In het Wetboek der Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten en het Wetboek diverse rechten en taksen werden enkel de geldboetes verhoogd zoals hierboven vermeld en werd de overlegstructuur tussen fiscus en parket verankerd. In het Wetboek Successierechten werd enkel de overlegstructuur ingebouwd.

OPSPORING
Onderzoek - Opsporingsonderzoek - Algemeen - Fiscale vervolging - Strafrechtelijke fiscale geldboete
INFORMATION
Instruction - Information - Généralités - Poursuites fiscales - Amendes pénales fiscales