Gerecht van de Europese Unie 2 maart 2012
Koninkrijk der Nederlanden en ING Groep NV / Europese Commissie
Zaken: T-29/10 en T-30/10 |
In 2008 nam de Nederlandse Staat drie steunmaatregelen aan ten behoeve van ING, waaronder een kapitaalinjectie. Deze injectie werd gerealiseerd door de uitgifte van een groot aantal door Nederland onderschreven ING-aandelen zonder stemrecht of recht op dividend. Oorspronkelijk was voorzien dat ING deze aandelen mocht terugkopen tegen 150% van de uitgifteprijs. Later werden deze voorwaarden echter gewijzigd in de zin dat ING de helft van de aandelen kon terugkopen tegen een lagere prijs. De Commissie oordeelde dat deze wijziging van de terugbetalingsvoorwaarden een steunmaatregel uitmaakte die enkel mits bepaalde bijkomende verbintenissen verenigbaar was met de interne markt.
Het Gerecht stelt dat de Commissie er onterecht van uit is gegaan dat de wijziging van de voorwaarden een inkomstenderving voor de Nederlandse Staat met zich meebrengt. De Commissie heeft nagelaten om na te gaan of een particuliere investeerder in een situatie vergelijkbaar met die van de Nederlandse Staat zou hebben ingestemd met de gewijzigde voorwaarden. In casu oordeelt het Gerecht dat zulks geenszins kan uitgesloten worden, in het bijzonder gezien het feit dat de nieuwe voorwaarden resulteren in een vervroegde terugbetaling en in een grotere zekerheid dat een bevredigende vergoeding zal worden ontvangen. Om deze reden wordt de Commissiebeschikking gedeeltelijk nietig verklaard.