Op 27 februari 2012 werd door uittredend minister van Justitie, dhr. Stefaan De Clerck, een wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de zakelijke zekerheden op roerende goederen betreft, ingediend. Dit wetsvoorstel neemt integraal de inhoud over van een rapport opgesteld door een werkgroep o.l.v. prof. Dirix. Het wetsvoorstel beoogt het Belgische zekerhedenrecht aansluiting te laten vinden bij internationale en praktische evoluties, om zo een performanter zekerhedenrecht tot stand te brengen. Hierbij gaat het wetsvoorstel uit van een functionele benadering van het zekerhedenrecht, waarbij gelijkaardige zekerheidsfiguren ongeacht hun conceptuele verschillen dezelfde juridische uitwerking krijgen (zie o.a. E. Dirix, “Functionele analyse van zekerheidsrechten”, Liber Amicorum H. Vandenberghe, Brugge, die Keure, 2007, 221-241).

De belangrijke voorgestelde vernieuwingen betreffen de invoering van een registerpandrecht, naast het bestaande pandrecht, en algemene regelingen inzake het eigendomsvoorbehoud, het retentierecht en de fiduciaire overdracht tot zekerheid van schuldvorderingen.