Hof van beroep Brussel 8 november 2011

Aan het hof van beroep te Brussel werd de vordering tot schadevergoeding voorgelegd van een aannemer die door een gemeente belast was met het herstellen van een verzakt wegdek en wiens kraan door het wegdek zakte en beschadigd werd. Het hof oordeelde dat er geen grond was tot contractuele aansprakelijkheid van de gemeente. Het hof stelde echter vast dat, ofschoon zowel de aangehaalde fout als de aangehaalde schade duidelijk contractueel van aard waren, beide partijen niet verwezen naar de regels inzake contractuele aansprakelijkheid maar naar de regels inzake buitencontractuele aansprakelijkheid. Vermits het verbod op samenloop van contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid niet van openbare orde is en het partijen vrij staat hun relatie te beschouwen los van de overeenkomst, beoordeelde het hof de vordering ook in het licht van de buitencontractuele aansprakelijkheid. Ook buitencontractueel trof de gemeente volgens het hof geen aansprakelijkheid: zij had geen fout begaan en niet zij maar de aannemer was de bewaarder van het gebrekkig wegdek op het ogenblik van de feiten.