Op 10 oktober 2011 publiceerde de Raad voor de Mededinging een ontwerp van nieuwe richtsnoeren voor de berekening van geldboeten inzake restrictieve mededingingspraktijken (o.m. kartels en misbruiken van machtspositie). de bedoeling van de richtsnoeren bestaat erin om meer transparantie en meer rechtszekerheid te bieden aan ondernemingen en ondernemingsverenigingen die het voorwerp uitmaken van een onderzoek of van een gemotiveerd verslag van de auditeur waarbij aan de Raad voor de Mededinging wordt gevraagd om een inbreuk op de mededingingsregels vast te stellen.

De Raad zal voor de geldboeten een berekeningsbasis hanteren die in principe wordt gevormd door de totale waarde van de verkoop van de betrokken producten of diensten die rechtstreeks of onrechtstreeks in verband staat met de vastgestelde inbreuk(en) tijdens het laatste volledige jaar van de vastgestelde inbreuk. Op dat bedrag past de Raad vervolgens een verhogingsfactor toe die rekening houdt met de ernst (in principe tussen 15% en 30% voor zeer ernstige en ernstige inbreuken) en de duur van de inbreuk (van 10% tot 30% per begonnen jaar van inbreuk, afhankelijk van het geval). Het aldus verkregen basisbedrag van de boete kan voorts worden verhoogd of verlaagd in functie van bewezen verzwarende of verzachtende omstandigheden. Elk boetebedrag moet ten slotte worden getoetst aan de principes van proportionaliteit en billijkheid.

De richtsnoeren zullen worden toegepast op de zaken waarin op de dag van de publicatie in het Belgisch Staatsblad nog geen beslissing van de kamer van de Raad is genomen waarbij een inbreuk wordt vastgesteld.