Article

Hof van Cassatie, 04/02/2011, R.D.C.-T.B.H., 2011/9, p. 877-878

Hof van Cassatie 4 februari 2011

TENIETGAAN VERBINTENIS
Schuldvergelijking - Samenloop - Vordering ontstaan vóór en ná de samenloop
Uit artikel 1298 BW vloeit voort dat schuldvergelijking na faillissement in beginsel uitgesloten is. Het erkennen van de schuldvergelijking in de gevallen waar er een nauwe samenhang bestaat tussen de schuldvorderingen, tast de regel van de gelijkheid van de schuldeisers bij faillissement evenwel niet aan. Dus is in die omstandigheden de schuldvergelijking mogelijk ook al zijn de voorwaarden voor schuldvergelijking eerst na het faillissement in vervulling gegaan. Schuldvergelijking blijft echter in beginsel uitgesloten tussen schulden en schuldvorderingen ontstaan vóór het faillissement en schuldvorderingen en schulden ontstaan ná het faillissement, ook al is er samenhang.
Niet naar recht verantwoord is de beslissing dat schuldvergelijking niet mogelijk is tussen de vordering van eiseres tot schadevergoeding en haar schuld uit facturen voor gedeeltelijk uitgevoerde werken, omdat de schuldvorderingen niet beide dateren van vóór de samenloop aangezien de vordering van eiseres tot schadevergoeding eerst ontstaan is op het ogenblik van de beslissing van de curators om de overeenkomst niet verder uit te voeren. Bij wederkerige overeenkomsten zijn de exceptie van niet-uitvoering, het ontbindingsrecht in geval van wanprestatie krachtens artikel 1184 BW en de daarop gesteunde vordering tot schadevergoeding immers inherent aan de rechtsverhouding en worden zij geacht van bij de aanvang te bestaan ongeacht het tijdstip waarop de contractpartij er een beroep op doet.
EXTINCTION DE L'OBLIGATION
Compensation - Concours - Créance avant et après le concours
L'article 1298 du Code civil dispose que, d'une manière générale, il n'y a pas de compensation au préjudice des droits acquis des tiers. La reconnaissance de la compensation dans les cas où il existe une connexité étroite entre les créances ne porte pas atteinte à la règle de l'égalité entre les créanciers en cas de faillite. La compensation est ainsi possible dans ces circonstances même si les conditions de la compensation n'ont été remplies que postérieurement à la faillite. La compensation reste toutefois, en principe, exclue entre les dettes et les créances nées avant la faillite et les créances et les dettes nées après la faillite, fussent-elles connexes.
N'est pas justifiée en droit la décision selon laquelle la compensation n'est possible entre la créance en indemnisation de la demanderesse et la dette résultant de deux factures pour les travaux partiellement exécutés, dès lors que les deux créances ne sont pas antérieures à la naissance du concours, la demande d'indemnisation de la demanderesse n'étant née qu'au moment où les curateurs ont décidé de résilier la convention. Dans les contrats synallagmatiques, l'exception d'inexécution, le droit de résolution en cas de manquement en vertu de l'article 1184 du Code civil et la demande d'indemnisation fondée sur celui-ci, sont inhérents aux rapports juridiques et ils sont réputés exister dès l'origine quel que soit le moment où une des parties contractantes les invoque.

United Real Estate NV / J.V. en E.L. q.q. curator West-Konstrukt NV

Zet.: E. Forrier en R. Boes (afdelingsvoorzitters), E. Dirix, B. Deconinck en A. Smetryns (raadheren)
OM: C. Vandewal (advocaat-generaal)
Pl.: Mr. P. Van Ommeslaghe
I. Rechtspleging voor het Hof

Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Gent van 25 januari 2010.

Raadsheer Eric Dirix heeft verslag uitgebracht.

Advocaat-generaal Christian Vandewal heeft geconcludeerd.

II. Cassatiemiddel

De eiseres voert in haar verzoekschrift dat aan dit arrest is gehecht, een middel aan.

III. Beslissing van het Hof
Beoordeling
Eerste onderdeel

1. Het faillissement heeft de vorming van een boedel en een samenloop tussen de schuldeisers van de gefailleerde tot gevolg, zodat tussen deze schuldeisers - de schuldeisers in de boedel - het gelijkheidsbeginsel van toepassing is.

2. Artikel 1298 Burgerlijk Wetboek bepaalt in het algemeen dat geen schuldvergelijking plaats heeft ten nadele van de verkregen rechten van derden.

3. Uit deze regels die een toepassing zijn van het beginsel van de gelijkheid van de schuldeisers na samenloop en van het fixatiebeginsel vloeit voort dat schuldvergelijking ná faillissement in beginsel uitgesloten is.

Het erkennen van de schuldvergelijking in de gevallen waar er een nauwe samenhang bestaat tussen de schuldvorderingen, tast de regel van de gelijkheid van de schuldeisers bij faillissement niet aan. Aldus is in die omstandigheden de schuldvergelijking mogelijk ook al zijn de voorwaarden voor schuldvergelijking eerst na het faillissement in vervulling gegaan.

Schuldvergelijking blijft echter in beginsel uitgesloten tussen schulden en schuldvorderingen ontstaan vóór het faillissement en schuldvorderingen en schulden ontstaan ná het faillissement, ook al is er samenhang.

4. Bij wederkerige overeenkomsten zijn de exceptie van niet-uitvoering, het ontbindingsrecht in geval van wanprestatie krachtens artikel 1184 Burgerlijk Wetboek en de daarop gesteunde vordering tot schadevergoeding inherent aan de rechtsverhouding en worden zij geacht van bij de aanvang te bestaan ongeacht het tijdstip waarop de contractpartij er een beroep op doet.

5. Uit het arrest blijkt dat:

- de eiseres een aannemingsovereenkomst heeft gesloten met West-Konstrukt NV;

- West-Konstrukt NV aan de eiseres twee facturen heeft verzonden voor een bedrag van 282.400 EUR;

- West-Konstrukt NV op 4 augustus 2008 failliet werd verklaard;

- de curators op 6 augustus 2008 aanspraak maken op de betaling van de factuurschuld van 282.400 EUR voor de gedeeltelijk uitgevoerde werken;

- korte tijd nadien de curators op grond van artikel 46 faillissementswet aan de eiseres melden dat de overeenkomst niet verder zal worden uitgevoerd;

- de eiseres aanspraak maakt op schadevergoeding wegens de niet-nakoming van de overeenkomst die de appelrechters bepalen op 71.127,57 EUR;

- de eiseres aanspraak maakt op de schuldvergelijking van dit bedrag met haar factuurschuld voor de gedeeltelijk uitgevoerde werken.

6. De appelrechters verwerpen de vordering van de eiseres om tot schuldvergelijking te mogen overgaan tussen haar schuldvordering tot schadevergoeding en schuld uit de beide facturen voor de gedeeltelijk uitgevoerde werken, omdat de schuldvorderingen niet beide dateren van vóór het tijdstip van de samenloop aangezien de vordering van de eiseres tot schadevergoeding eerst ontstaan is op het ogenblik van de beslissing van de curators om de overeenkomst niet verder uit te voeren.

7. Door aldus te oordelen, verantwoorden de appelrechters hun beslissing niet naar recht.

Het onderdeel is gegrond.

Dictum

HET HOF,

Vernietigt het bestreden arrest in zoverre het uitspraak doet over de schuldvergelijking en de kosten.

Beveelt dat van dit arrest melding zal worden gemaakt op de kant van het gedeeltelijk vernietigde arrest.

Houdt de kosten aan en laat de beslissing daaromtrent over aan de feitenrechter.

Verwijst de aldus beperkte zaak naar het hof van beroep te Antwerpen.

(…)