Article

Actualité : Rechtbank van koophandel Antwerpen (9de k.), 21/01/2011, R.D.C.-T.B.H., 2011/3, p. 261

Rechtbank van koophandel Antwerpen (9de k.)21 januari 2011

WEGVERVOER
Internationaal vervoer - CMR-verdrag - Verhouding hoofdvervoerder - Ondervervoerder - Positie van de vorderende hoofdvervoerder
Zaken: nrs. 05227/02 en 01743/04

Sony belastte hoofdvervoerder DSV Road met het transport van een lading computerschermen van België naar Spanje. DSV Road gaf deze opdracht door aan een ondervervoerder, die op zijn beurt ook weer een ondervervoerder inschakelde. De goederen werden tijdens het transport beschadigd, waarop hoofdvervoerder DSV Road minnelijk regelde met de ladingbelanghebbenden. Vervolgens vorderde DSV Road de door haar betaalde schadevergoeding terug van de ondervervoerders.

De rechtbank bevestigt dat de overeenkomst tussen de hoofdvervoerder en de ondervervoerder, waarbij de transportopdracht werd doorgegeven, wel degelijk een vervoerovereenkomst is, die dwingendrechtelijk beheerst wordt door het CMR-verdrag. Nu het CMR-verdrag wel een regeling bevat inzake opvolgend vervoer maar niets bepaalt over ondervervoer, werd in het verleden wel eens in vraag gesteld of een transportopdracht tussen vervoerders onderling wel door het CMR beheerst wordt.

In de verhouding tussen de hoofdvervoerder en de ondervervoerder kan de hoofdvervoerder volgens de rechtbank echter niet gelden als de 'afzender', aangezien als 'afzender' enkel te beschouwen is de contractuele wederpartij van de hoofdvervoerder. De hoofdvervoerder die een procedure instelt tegen zijn ondervervoerder kan zich derhalve niet beroepen op de regel dat de afzender steeds vorderingsgerechtigd is, zonder schade in eigen vermogen te moeten aantonen.