Raad voor de Mededinging 26 augustus 2010

De Raad voor de Mededinging heeft de verspreiding van aanbevolen minimumbarema's door het Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars (BIV) veroordeeld, maar legt geen geldboete op.

De Raad verwerpt vooreerst de argumenten van het BIV als zou zij geen ondernemingsvereniging zijn en zij louter door de overheid vastgestelde normen ten uitvoer zou leggen: het opstellen en verspreiden van minimumbarema's heeft immers geen enkele band met de uitoefening van de wettelijke taken van het BIV.

Vervolgens oordeelt de Raad dat de feitelijke omstandigheden van deze zaak aantonen dat de barema's met prijsbeperkingen kunnen worden gelijkgesteld: (i) het BIV gebruikte de term 'aanbevolen minimumbarema's' en niet louter 'aanbevolen barema's'; het gebruiken van de term 'minimum' kan wijzen op de bedoeling van het BIV om een zeker minimumniveau van de erelonen tot stand te brengen; (ii) in bepaalde passages van het reglement van het BIV werd vermeld dat de minimumbarema's dienen te worden gerespecteerd en (iii) vastgoedmakelaars zijn verplicht om lid te worden van het BIV dat bovendien over reglementaire en disciplinaire bevoegdheden beschikt; hierdoor worden de leden onrechtstreeks gestimuleerd om de aanbevolen minimumbarema's te volgen.