Article

Actualité : Hof van beroep Gent, 28/06/2010, R.D.C.-T.B.H., 2011/1, p. 79

Hof van beroep Gent 28 juni 2010

VENNOOTSCHAPPEN
Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid - Kapitaal
Zaak: nr. 2009/AR/1858

Een verhuurder had tegen haar huurder, een vennootschap waarvan het maatschappelijk kapitaal was gezakt tot onder 6.200 EUR, een vordering tot ontbinding ingesteld op basis van artikel 333 W.Venn. Partijen stonden voor een vernieuwing van hun handelshuur. De verhuurder vreesde dat de huurder - gelet op haar precaire financiële situatie - geen stabiele handelspartner zou zijn die haar huurverbintenissen voor een nieuwe termijn van negen jaar correct zou kunnen nakomen. Op het ogenblik dat de verhuurder de vordering tot ontbinding instelde waren er echter geen achterstallige huurgelden verschuldigd door de huurder. De vraag stelde zich dan ook of de verhuurder het vereiste belang had bij het instellen van vordering tot ontbinding.

Het hof van beroep stelt dat het niet vereist is dat het belang uitsluitend daadwerkelijk te behartigen moet zijn via een procedure op basis van artikel 333 W.Venn. Ook voor een schuldeiser, een aandeelhouder of een concurrent bestaan andere mogelijkheden, wat niet belet dat zij als 'belanghebbenden' worden erkend in een procedure op basis van artikel 333 W.Venn. Het hof is van oordeel dat een partij die binnen het kader van een contractuele relatie op redelijke gronden vreest om te moeten verder handelen met een medecontractant die een vermogenstoestand heeft die volgens de jaarrekening laat vrezen dat hij zijn verbintenissen niet zal kunnen naleven, een 'belanghebbende' is in de zin van artikel 333 W.Venn.