Hof van Justitie van de Europese Unie 14 september 2010
|
MEDEDINGING
Europees mededingingsrecht - Procedure - Onderzoeksbevoegdheden - Bescherming vertrouwelijkheid communicatie met advocaten
|
Akzo Nobel e.a. / Commissie
| Zaak: C-550/07 P |
Het Hof van Justitie bevestigt zijn eerdere rechtspraak op grond waarvan de vertrouwelijkheid van briefwisseling tussen een advocaat en zijn cliënt op het niveau van de Europese Unie is onderworpen aan twee cumulatieve voorwaarden:
1. de briefwisseling met de advocaat dient plaats te vinden in het kader van het recht van verdediging;
2. de briefwisseling moet afkomstig zijn van 'onafhankelijke advocaten', m.a.w. 'advocaten die niet in dienstbetrekking zijn bij hun cliënt'.
Bijgevolg strekt de bescherming zich niet uit tot briefwisseling die binnen de onderneming(sgroep) met de interne advocaten of bedrijfsjuristen wordt gevoerd. Het Hof is van oordeel dat een dergelijke interne advocaat minder doeltreffend kan omgaan met belangenconflicten tussen zijn beroepsverplichtingen en de wensen van zijn cliënt-werkgever dan een externe advocaat. Voorts kan volgens het Hof in de EU-lidstaten geen overheersende tendens worden afgeleid naar een bescherming van de vertrouwelijkheid van communicatie met interne advocaten.
