Rechtbank van koophandel Oudenaarde 15 juni 2010
VERVOER
Wegvervoer - Internationaal vervoer - CMR-Verdrag - Berekening schadevergoeding - Vernietigings- en expertisekosten
|
Zaak: AR 2008/00871 |
Krachtens artikel 23 CMR wordt de schadevergoeding berekend op basis van de waarde van de goederen op de plaats en het tijdstip van de inontvangstneming ervan. Het gaat derhalve om de waarde van de goederen ter bestemming, en deze waarde omvat ook de winst die de afzender maakt. De verkoopfactuur tussen de afzender en de bestemmeling kan derhalve gebruikt worden als berekeningsbasis voor de schadevergoeding.
De rechtbank oordeelt verder dat vernietigingskosten van de beschadigde goederen en expertisekosten geen “met betrekking tot het vervoer gemaakte kosten” zijn, en derhalve niet verhaalbaar zijn (art. 23, 4, CMR). Inzake vernietigingskosten sluit dit vonnis aan bij een vrij constante rechtspraak (zie F. Ponet, De overeenkomst van internationaal wegvervoer / CMR, Antwerpen, Kluwer, 2003 (3de ed.), nr. 424.a, p. 389; adde Gent 10 april 2006, ETL 2006, 829). Inzake expertisekosten is de rechtspraak verdeeld. Wanneer de expertise nuttig is geweest, bijvoorbeeld omdat zij geleid heeft tot een vermindering van het schadebedrag, worden de kosten van deze expertise regelmatig wel als verhaalbaar beschouwd.