Article

Rechtbank van koophandel Tongeren, 15/03/2010, R.D.C.-T.B.H., 2010/6, p. 549-550

Rechtbank van koophandel Tongeren 15 maart 2010

CONTINUITEIT VAN DE ONDERNEMING
Gerechtelijke reorganisatie - Collectief akkoord - Weigering tot homologatie wegens schending van de procedurevoorschriften
De neergelegde lijst van schuldeisers is deels onvolledig en deels onjuist. Er is geen enkele waarborg dat alle schuldeisers werden in kennis gesteld omdat een aantal adressen ontbraken. Ook de kennisgeving in toepassing van artikel 26, § 2, WCO is blijkbaar nooit gebeurd. De lijst is zo samengesteld dat ze zelfs niet toelaat na te gaan welke schuldeisers kunnen stemmen en voor welke bedragen. Alleen de schuldeisers in de opschorting volgens de definitie van artikel 2, c), WCO mogen deelnemen aan de stemming. Het is dan ook voor de rechtbank onmogelijk om na te gaan of de schuldeisers voor het juiste bedrag werden opgenomen.
Bij gebrek aan het behalen van de vereiste meerderheid van stemmen van de schuldeisers in de opschorting en aangezien de pleegvormen door de wet opgelegd niet werden nageleefd, weigert de rechtbank de homologatie van het reorganisatieplan.
CONTINUITE DE L'ENTREPRISE
Réorganisation judiciaire - Accord collectif - Refus de l'homologation pour cause de violation des prescriptions procédurales
La liste déposée des créanciers est en partie incomplète et en partie inexacte. Il n'y a aucune garantie que tous créanciers ont été informés vu qu'un certain nombre d'adresses manquent. La notification en application de l'article 26, § 2, LCE ne s'est donc apparemment jamais faite. La liste est composée de telle sorte qu'elle ne permet même pas de vérifier quels créanciers peuvent voter et pour quels montants. Seuls les créanciers sursitaires suivant la définition de l'article 2, c), LCE peuvent participer au vote. Le tribunal se trouve par conséquent dans l'impossibilité de vérifier si les créanciers ont été repris dans cette liste pour le montant exact.
A défaut de la majorité requise des votes des créanciers sursitaires et vu que les formalités imposées par la loi n'ont pas été respectées, le tribunal refuse l'homologation du plan de réorganisation.

JM-Custom Made BVBA

Zet.: A. Lysens (voorzitter), T. Neven en M. Coenegrachts (rechters)
Pl.: Mrs. Van Der Fraenen loco B. De Keyser
Procedure

Het verzoekschrift van verzoekster houdende aanvraag tot gerechtelijke reorganisatie werd neergelegd ter griffie op 1 oktober 2009.

Bij beschikking van 2 oktober 2009 werd een gedelegeerd rechter aangesteld.

Bij vonnis van 19 oktober 2009 werd een voorlopige opschorting van betaling toegestaan voor een periode van zes maanden eindigend op 19 maart 2010.

De algemene vergadering van de schuldeisers werd vastgesteld op 2 maart 2010. In hetzelfde vonnis werd aan verzoekster gevraagd het plan en de verbeterde lijst van de schuldeisers neer te leggen uiterlijk op 10 februari 2010.

Op 11 februari 2010 (per fax overgemaakt op 10 februari 2010) legde de raadsman van verzoekster een brief neer met daarin drie elementen:

1. Er werden twee lijsten van schuldeisers neergelegd. De eerste lijst bevat alle schuldeisers op 9 februari 2010 (in de brief wordt verkeerdelijk vermeld 9 februari 2009). Het moet inderdaad gaan om de lijst op 9 februari 2010 vermits zowel de schuldeisers ten tijde van het vonnis van opschorting als de nieuwe schuldeisers worden vermeld. Deze lijst is onbruikbaar omdat enkel de schuldeisers in de opschorting mogen deelnemen aan de algemene vergadering, terwijl op deze lijst de schuldeisers in de opschorting en de latere schuldeisers worden vermengd. De tweede lijst geeft een overzicht van de nieuwe schuldeisers van ná het vonnis van opschorting. Ook deze lijst is onbruikbaar omdat deze schuldeisers niet deelnemen aan de stemming. Bovendien ontbreekt volgens verzoekster zelf de RSZ zijnde een van de voornaamste schuldeisers. Ten slotte ontbreken voor een aantal schuldeisers de adressen zodat de griffie niet in staat is deze te verwittigen.

2. In verband met het reorganisatieplan wordt een overzicht gegeven van de inspanningen om het onroerend goed te verkopen en de maatregelen om de rendabiliteit en de solvabiliteit te herstellen. Er wordt gesteld dat als alle plannen slagen iedereen kan betaald worden behalve de RSZ. Dit is geen reorganisatieplan zoals voorgeschreven door de artikelen 47, 48 en 49 WCO. Er is geen overzicht van de schuldeisers. Er is geen overzicht van de betalingstermijnen en van de eventuele verminderingen op de schuldvorderingen. De schuldeisers weten niet welke hun rechten zijn en kunnen dus ook de uitvoering niet controleren.

3. In dezelfde brief wordt een verlenging van de opschorting gevraagd.

Als reactie op dit schrijven wordt door de griffie kennis gegeven aan de schuldeisers van de neerlegging van het plan. Omdat niet alle adressen bekend zijn wordt aan verzoekster gevraagd om de schuldeisers die zijn meegedeeld zonder adres zelf in kennis te stellen. Het is onduidelijk of en wanneer dit gebeurd is. Uit de telefonische reactie van bepaalde schuldeisers blijkt dat dit alleszins laattijdig is gebeurd. In verband met het verzoek tot verlenging wordt aan verzoekster door de griffie meegedeeld dat dit verzoek niet kan opgenomen worden in het plan en niet ter stemming kan worden voorgelegd op de algemene vergadering. De beslissing tot verlenging komt toe aan de rechtbank. Bij de behandeling op de zitting van 2 maart 2010 deelt de raadsman mee dat hij een verzoekschrift bij heeft en zal neerleggen.

Op de zitting van 2 maart 2010 verscheen verzoekster vertegenwoordigd door Mr. Van Der Fraenen.

Er verschenen zes schuldeisers zoals vermeld in het proces-verbaal van de terechtzitting.

De gedelegeerd rechter heeft verslag gedaan en de heer B. Helsen, eerste substituut-procureur des Konings gaf mondeling advies.

Uit de toelichting van verzoekster en sommige schuldeisers bleek dat aan bepaalde schuldeisers werd voorgesteld om 70% van hun vordering te voldoen. Dit blijkt uit geen enkel stuk. Wel ontving de rechtbank een fax uitgaande van de raadsman van Adecco Coordination Center waaruit blijkt dat men akkoord gaat met 70% op voorwaarde dat een bedrag van 4.393,02 EUR werd aanvaard. De raadsman van EMC Technics deelt per fax mee dat zij de integrale betaling van de vordering van haar cliënt vraagt en niet akkoord gaat met 70%.

Na toelichting wordt aan de schuldeisers gevraagd om te stemmen over het plan zoals dat ter griffie werd neergelegd. Drie schuldeisers stemmen voor en drie schuldeisers stemmen tegen. Het totaal van de voorstemmen is volgens de neergelegde lijst 7.637,50 EUR. Het totaal van de tegenstemmen is volgens de neergelegde lijst 101.427,29 EUR. De noodzakelijke meerderheid wordt dan ook niet gehaald.

2. Ten gronde

Overeenkomstig artikel 55 WCO dient de rechtbank binnen de veertien dagen te beslissen of zij het plan al dan niet homologeert. De homologatie kan geweigerd worden indien de pleegvormen niet worden nageleefd.

Zoals blijkt uit het mondeling verslag van de gedelegeerd rechter en het advies van het Openbaar Ministerie, kan de rechtbank het plan niet homologeren om diverse redenen.

1. Het plan zoals neergelegd beantwoordt inhoudelijk niet aan de vereisten die de wet oplegt. Dit heeft voor gevolg dat de schuldeisers niet weten waarover ze moeten stemmen. Uit de neergelegde tekst kan afgeleid worden dat de schuldeisers volledig zullen voldaan zonder aanduiding van een termijn. Een schuldeiser zou daarbij uitgesloten worden. Uit bepaalde stukken blijkt dat er sprake is van een betaling van 70% terwijl andere schuldeisers op de zitting daarvan niet op de hoogte zijn. De rechten van de schuldeisers zijn dan ook niet geëerbiedigd. De rechtbank heeft op de algemene vergadering duidelijk gemaakt dat er enkel kan gestemd worden over het neergelegd plan omdat de niet aanwezige schuldeisers alleen dit kennen. Het plan is zo onduidelijk dat er ook geen controle op de uitvoering mogelijk is.

2. De neergelegde lijst van schuldeisers is deels onvolledig en deels onjuist. Er is geen enkele waarborg dat alle schuldeisers werden in kennis gesteld omdat een aantal adressen ontbraken. Ook de kennisgeving in toepassing van artikel 26, § 2, WCO is blijkbaar nooit gebeurd. De lijst is zo samengesteld dat ze zelfs niet toelaat na te gaan welke schuldeisers kunnen stemmen en voor welke bedragen. Alleen de schuldeisers in de opschorting volgens de definitie van artikel 2, c), mogen deelnemen aan de stemming. Het is dan ook voor de rechtbank onmogelijk om na te gaan of de schuldeisers voor het juiste bedrag werden opgenomen.

3. De gegevens vermeld in het stuk neergelegd op 11 februari 2010 worden door geen enkel stuk gestaafd.

4. Het reorganisatieplan voor zover het als zodanig kan beschouwd worden haalde geen meerderheid op de algemene vergadering van de schuldeisers noch in aantal noch in bedrag.

Uit het voorgaande volgt dat het reorganisatieplan niet wordt gehomologeerd. In toepassing van artikel 55 WCO sluit dit vonnis de reorganisatieprocedure uit.

Gelet op de voorschriften van artikel 2, 30 tot 37 en 41 der wet van 15 juni 1935 op het gebruik van de talen in gerechtszaken welke werden in acht genomen:

Om deze redenen:

De rechtbank uitspraak doende op tegenspraak en in openbare zitting,

Stelt vast dat het neergelegd reorganisatieplan niet de nodige meerderheid heeft gehaald op de algemene vergadering van de schuldeisers.

Weigert de homologatie van het reorganisatieplan omdat de pleegvormen door de wet opgelegd niet werden nageleefd.

Verklaart de reorganisatieprocedure gesloten.

Beveelt de publicatie van onderhavig vonnis bij uittreksel, door toedoen van de griffier, in het “Belgisch Staatsblad”, en zulks binnen de vijf dagen.

Legt de kosten ten laste van verzoekster.

Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad, niettegenstaande ieder rechtsmiddel en zonder borgstelling.

(…)