Article

Actualité : Antwerpen, 10/02/2010, R.D.C.-T.B.H., 2010/5, p. 443

Antwerpen 10 februari 2010

MISDRIJVEN EN HUN STRAFFEN
Misdrijven tegen de openbare trouw - Valsheid in geschriften - Witwasreglementering - Fiscale fraude - 'Kasgeldfraude'

O.M. / V.R.G. e.a.

Rolnrs.: 640P07 + 226P08 + 280P08

In een arrest van 10 februari 2010 heeft het hof van beroep van Antwerpen zich uitgesproken over twee (samengevoegde) dossiers van zogenaamde 'kasgeldvennootschappenfraude'. In beide dossiers vervolgde het Openbaar Ministerie de verkopers, de kopers en een aantal raadgevers voor o.m. valsheid in geschriften, witwassen, inbreuken op toenmalig artikel 52ter Venn.W. (thans art. 329 en 629 W.Venn.) en fiscale fraude. In eerste aanleg waren alle beklaagden wegens alle hen ten laste gelegde feiten veroordeeld.

Het hof van beroep oordeelde vooreerst dat het verkopen van een kasgeldvennootschap geen intrinsiek frauduleuze techniek is. Dat wordt het pas wanneer de koper de op hem en de kasgeldvennootschap rustende wettelijke verplichtingen niet nakomt. De vraag rijst dan - opdat de verkopers en hun raadgevers strafrechtelijk aansprakelijk kunnen worden gesteld - of zij kennis hadden van de frauduleuze intenties van de kopers. Het hof van beroep komt in beide samengevoegde zaken, en na een nogal feitelijke analyse van het strafdossier, tot de vaststelling dat deze kennis niet is aangetoond. Het hof overwoog daarbij o.a. dat het loutere feit om te kiezen voor een fiscaal aantrekkelijke verkoop van de kasgeldvennootschap i.p.v. de vereffening ervan, niet aantoont dat de verkoper wist dat er fraude zou worden gepleegd. Ook het feit dat tal van transacties, volgens een vooropgesteld stappenplan, op dezelfde dag hebben plaats gevonden, toont deze kennis niet aan. De verkopers en hun raadgevers werden dan ook vrijgesproken, enkel de koper werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden en een fiscale geldboete.