Hof van beroep Antwerpen 5 oktober 2009

Een Mexicaanse brouwerij plaatste bij een Duitse fabrikant van brouwerij-installaties een bestelling voor de uitbreiding van haar brouwerij in Guadalajara, in het binnenland van Mexico. Het transport van de onderdelen en constructiematerialen van Duitsland naar het binnenland van Mexico werd volledig geregeld door de Duitse fabrikant. Niettemin werd een zeecognossement uitgegeven voor het traject van Antwerpen naar Altamira. Uiteindelijk bleek dat dit cognossement enkel uitgesteld was, en enkel gediend had om toe te laten de goederen douanetechnisch in te klaren, waarvoor de brouwerij zelf zorg had gedragen.

In die omstandigheden oordeelde het hof dat een 'cognossement', dat niet bedoeld is en ook niet gebruikt wordt om aflevering van de goederen te bekomen, maar louter dient om de douaneformaliteiten te vervullen, geen cognossement is in de zin van artikel 91 Zeewet. De houder van een dergelijk document kan zich dan ook niet beroepen op de bescherming van artikel 91.