Rechtbank van koophandel Antwerpen 5 mei 2009
INSOLVENTIE - CONTINUÏTEIT VAN DE ONDERNEMINGEN
Gerechtelijke reorganisatie - Algemeen - Procedure - Tussenkomst van belanghebbende partij - Toelaatbaar
Volgens artikel 5, 5de lid van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen is de vrijwillige tussenkomst van niet-betwiste schuldeisers van de schuldenaar toelaatbaar.
INSOLVENTIE - CONTINUÏTEIT VAN DE ONDERNEMINGEN
Gerechtelijke reorganisatie - Algemeen - Toelaatbaarheid - Grond van de zaak - Behoud van de continuïteit - Begrip - Beoordeling van overlevingskansen - Opschorting - Duur
De vordering strekkend tot het bekomen van een gerechtelijke reorganisatie door collectief akkoord is toelaatbaar wanneer de beslissing tot aanvraag van de gerechtelijke reorganisatie bekrachtigd werd door de daartoe bevoegde organen van de vennootschap en alle stukken, zoals voorzien in artikel 17 § 2 van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen bij het dossier werden gevoegd.
Waar artikel 16 van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen stelt dat de procedure van gerechtelijke reorganisatie moet strekken tot het behoud (niet het herstel) van de continuïteit van het geheel of een gedeelte van de onderneming of haar activiteiten, sluit de staat van faillissement de procedure van gerechtelijke reorganisatie niet uit, maar moet de vraag worden beantwoord of er nog een economische activiteit bestaat en, zo ja, of deze activiteit overlevingskansen heeft.
Wanneer er een economische activiteit bestaat maar de overlevingskansen ervan ronduit twijfelachtig zijn en veel zal afhangen van de mogelijkheid vreemd kapitaal aan te trekken, kan, om verzoekster daartoe de kans te geven, een beperkte termijn van opschorting toegekend worden, in casu vijf maanden te rekenen vanaf de neerlegging van het verzoekschrift tot gerechtelijke reorganisatie.
INSOLVENTIE - CONTINUÏTEIT VAN DE ONDERNEMINGEN
Gerechtelijke reorganisatie - Algemeen - Aanstelling van een voorlopige bestuurder - Kennelijke kwade trouw - Begrip
Vermits uit de debatten is gebleken dat de impasse is ontstaan nadat twee verschillende groepen die verscheidene vennootschappen beheerden in onmin zijn geraakt en er met het aantreden van een nieuwe afgevaardigd bestuurder, wiens aanstelling weliswaar rijkelijk laat werd gepubliceerd, afstand werd genomen van het vorige beleid, is er hic et nunc geen kennelijke kwade trouw aanwezig. De aanstelling van een voorlopige bestuurder lijkt dan ook niet nodig.
|
INSOLVABILITE - CONTINUITE DES ENTREPRISES
Réorganisation judiciaire - Généralités - Intervention d'une partie intéressée - Recevabilité
En vertu de l'article 5, alinéa 5, de la loi du 31 janvier 2009 relative à la continuité des entreprises, l'intervention volontaire des créanciers non contestés est recevable.
INSOLVABILITE - CONTINUITE DES ENTREPRISES
Réorganisation judiciaire - Généralités - Recevabilité - Fond de l'affaire - Maintien de la continuité - Notion - Examen des chances de survie - Sursis - Durée
La demande tendant à l'obtention d'une réorganisation judiciaire par accord collectif est recevable lorsque la décision de demander la réorganisation judiciaire a été ratifiée par les organes de la société compétents à cet effet et que toutes les pièces visées par l'article 17 § 2 de la loi du 31 janvier 2009 relative à la continuité des entreprises ont été jointes au dossier.
Tandis que l'article 16 de la loi du 31 janvier 2009 relative à la continuité des entreprises dispose que la procédure de réorganisation judiciaire doit avoir pour but le maintien (non le rétablissement) de la continuité de tout ou partie de l'entreprise ou de ses activités, l'état de faillite ne fait pas obstacle à la procédure de réorganisation judiciaire, mais il y a lieu d'examiner la question de savoir s'il existe encore ou non une activité économique et, dans l'affirmative, si cette activité a des chances de survie.
Lorsqu'il subsiste une activité économique mais que les chances de survie de celle-ci sont manifestement douteuses et que beaucoup dépendra de la possibilité d'attirer de nouveaux capitaux, on peut pour donner une chance au débiteur à cet effet, lui octroyer un sursis d'une durée limitée, en l'espèce cinq mois à compter du dépôt de la requête en réorganisation judiciaire.
INSOLVABILITE - CONTINUITE DES ENTREPRISES
Réorganisation judiciaire - Généralités - Désignation d'un administrateur provisoire - Mauvaise foi manifeste - Notion
Puisqu'il est apparu des débats que l'impasse est survenue après que deux groupes différents qui administraient des sociétés distinctes sont entrés en conflit et qu'à l'occasion de l'entrée en fonction d'un nouvel administrateur délégué, dont la désignation a, il est vrai, été royalement publiée en retard, des distances ont été prises avec la politique antérieure, il n'y a pas hic et nunc de mauvaise foi manifeste. La désignation d'un administrateur provisoire n'apparaît dès lors pas nécessaire.
|
NV Axevent Eventconsultants / NV Start People en Mrs. G. Vanhoucke en W. Dejosse q.q. NV Restoorn
Zet.: A. Buyse (rechter, voorzitter van de kamer), T. Maes en A. Van Gelder (rechters in handelszaken) |
O.M.: T. Cole (substituut-procureur des Konings) |
Pl.: Mrs. I. Verbeeck, D. Rappaport, G. Vanhoucke en W. Dejosse |
Gezien het verzoekschrift met bijlagen d.d. 9 april 2009 strekkend tot het bekomen van een gerechtelijke reorganisatie door collectief akkoord;
Gezien de beschikking van 9 april 2009 waardoor de heer Frank Van den Bergh werd aangesteld als gedelegeerd rechter;
Gezien de toelichting door verzoekster op de zittingen van 14 en 28 april 2009 verstrekt en de dan ook door de gedelegeerd rechter uitgebrachte verslagen;
Gezien de vrijwillige tussenkomsten van de NV Start People, ondernemingsnummer 0456.512.385, met zetel te 2000 Antwerpen, Frankrijklei 101 vertegenwoordigd door meester D. Rappaport, advocaat te Antwerpen, kantoorhoudende te 2000 Antwerpen, Amerikalei 220 bus 17 en van de curatoren meester G. Vanhoucke, advocaat te Antwerpen, kantoorhoudende te 2018 Antwerpen, Anselmostraat 2 en meester W. Dejosse, advocaat te Antwerpen, kantoorhoudende te 2000 Antwerpen, Schermersstraat 30, van de NV Restoorn, met zetel te 2550 Kontich, Doornstraat 11, ondernemingsnummer 0427.759.409 op de zitting van 28 april 2009;
De vordering is toelaatbaar nu blijkt dat de beslissing tot aanvraag van de gerechtelijke reorganisatie bekrachtigd werd door de daartoe bevoegde organen van de vennootschap en alle stukken, zoals voorzien in artikel 17 § 2 van de wet van 31 januari 2009 bij het dossier werden gevoegd.
Volgens artikel 5 van de wet van 31 januari 2009 zijn de vrijwillige tussenkomsten toelaatbaar gezien beide niet betwiste schuldeisers zijn van de verzoekster tot gerechtelijke reorganisatie.
Het hoeft geen betoog dat de onderneming zich in een desastreuze toestand bevindt. Liquiditeit, solvabiliteit en rentabiliteit staan negatief en de laatste twee jaar draagt de vennootschap een aanzienlijk negatief eigen vermogen (2007: -1.251.772 EUR; 2008: -2.718.329 EUR).
Zij heeft haar activiteiten van zaaluitbating gestaakt en overgedragen (wat ze overigens beter had gedaan onder een procedure van gerechtelijke reorganisatie) en houdt zich thans enkel bezig met de organisatie van evenementen.
Buiten de tafels en stoelen, die uiteraard een te verwaarlozen waarde hebben, bestaat het enige actief in de knowhow van deze organisatie en de contacten die zij daarbij heeft.
Dit is duidelijk vrij weinig, vooral in verhouding tot de schuldenberg.
Waar artikel 16 van de wet stelt dat de procedure van gerechtelijke reorganisatie moet strekken tot het behoud (niet het herstel) van de continuïteit van het geheel of een gedeelte van de onderneming of haar activiteiten, rijst de vraag naar de omschrijving van het begrip “continuïteit”. Enkel in artikel 23 wordt bij wijze van voorbeeld verwezen naar de artikelen 332, 431, 633 en 657 W.Venn.
Als men zou uitgaan van de boekhoudkundige begripsbepaling (kort gezegd de mogelijkheid om gedurende twaalf maanden de activiteiten verder te zetten: cf. I.B.R., Vademecum 2007, Antwerpen, 2007, p. 625 et seq.) dan lijkt het merendeel van de aanvragen tot mislukken gedoemd.
Nu de staat van faillissement de procedure van gerechtelijke reorganisatie niet uitsluit (art. 23, al. 5) is de vraag die dan ook moet beantwoord worden óf er nog een economische activiteit bestaat en, zo ja, of deze activiteit overlevingskansen heeft.
Dat er een economische activiteit bestaat is duidelijk maar in hoeverre deze overlevingskansen heeft is ronduit twijfelachtig. Veel zal afhangen van de mogelijkheid vreemd kapitaal aan te trekken en om verzoekster daartoe de kans te geven kan een beperkte termijn van opschorting toegekend worden.
Vermits uit de debatten is gebleken dat de impasse is ontstaan nadat twee verschillende groepen die verscheidene vennootschappen beheerden in onmin zijn geraakt en er met het aantreden van een nieuwe afgevaardigd bestuurder, wiens aanstelling overigens rijkelijk laat werd gepubliceerd, afstand werd genomen van het vorige beleid, is er hic et nunc geen kennelijke kwade trouw aanwezig. De aanstelling van een voorlopige bestuurder lijkt dan ook niet nodig.
Om deze redenen:
De rechtbank,
Gelet op de toepassing van de artikelen 2, 34, 36, 37 en 41 van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, gewijzigd bij de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek;
Verklaart de vrijwillige tussenkomst van meester Guy Vanhoucke en Meester Wim Dejosse q.q. en van NV Start People toelaatbaar,
Verklaart het verzoek ontvankelijk en gegrond in volgende mate:
Kent aan NV Axevent Eventconsultants de in artikel 16 van de wet van 31 januari 2009 voorziene opschorting toe voor een periode eindigend op 8 september 2009;
Bevestigt voor zover nodig de aanstelling als gedelegeerd rechter van de heer Frank Van den Bergh, ...;
Zegt dat het reorganisatieplan dient neergelegd te worden ter griffie uiterlijk op 24 augustus 2009;
Zegt tevens voor recht dat uitspraak zal worden gedaan over de toekenning van een definitieve opschorting op 8 september 2009 te 11 uur 30 door de 22ste kamer van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, zetelend in het Gerechtsgebouw, Bolivarplaats 20, 3de verdieping -zaal A1;
Beveelt de publicatie van dit vonnis binnen de vijf dagen in het Belgisch Staatsblad uitgegeven te Brussel.
Over dit vonnis, zie hierboven de bijdrage van prof. M. Grégoire, “La réorganisation judiciaire aux mains des juges: premières récoltes”, meer bepaald nrs. 6, 9, 14 en 17.