Article

Artikel 27.1 CMR en kapitalisatie van interesten?, R.D.C.-T.B.H., 2009/10, p. 1034

VERVOER
Wegvervoer - Internationaal vervoer - CMR-Verdrag - Artikel 12.1 CMR - Afzender - Opdrachtgever - Vorderingsrecht - Koopovereenkomst - Vervoerovereenkomst
De opdrachtgever tot het vervoer, die bovendien als afzender op de CMR-vrachtbrief is vermeld, heeft het recht over de goederen te beschikken en op vergoeding voor het verlies van de goederen. De koop-verkoopverhouding tussen de afzender en zijn koper staat volledig los van de CMR-vervoeropdracht en haar goede uitvoering. De vervoerder kan derhalve geen beroep doen op de koop-verkoopovereenkomst om de afzender zijn vorderingsrecht te ontzeggen (met verwijzing naar: Cass. 29 september 2006, rolnr. C040203N op www.juridat.be ).
VERVOER
Wegvervoer - Internationaal vervoer - CMR-Verdrag - Artikel 12.1 CMR - Vorderingsrecht afzender en zijn verzekeraars
Niets belet de afzender en zijn verzekeraars om hun belangen te bundelen in een gezamenlijke eis in betaling van schadevergoeding tegen de vervoerder, waarbij de betaling aan één van hen bevrijdend zal zijn tegenover de andere. De vervoerder is geen partij in de contractuele verhouding tussen de afzender en zijn verzekeraars en heeft dan ook geen hoedanigheid om een betwisting te voeren over punten waarover deze rechtstreeks betrokken partijen onderling geen betwisting voeren en die zij in onderling overleg onder elkaar kunnen regelen.
VERVOER
Wegvervoer - Internationaal vervoer - CMR-Verdrag - Artikel 17.2 CMR - Artikel 18.1 CMR: Diefstal - Aansprakelijkheid vervoerder - Bewijs: verklaringen vervoerder
De vervoerder wordt vermoed aansprakelijk te zijn voor verlies van de goederen ingevolge diefstal. De eigen verklaringen van de chauffeur zijn geen voldoende bewijs van bijzondere omstandigheden die de vervoerder van zijn vermoede aansprakelijkheid kunnen ontheffen.
VERVOER
Wegvervoer - Internationaal vervoer - CMR-Verdrag - Artikel 23.3 CMR - Artikel 29 CMR - Beperking aansprakelijkheid - Geen opzet of met opzet gelijkgestelde schuld
Bij gebrek aan opzet of een met opzet gelijkgestelde schuld in de zin van artikel 29 CMR is de vervoerder gerechtigd zijn aansprakelijkheid financieel te beperken overeenkomstig artikel 23 CMR.
VERVOER
Wegvervoer - Internationaal vervoer - CMR-Verdrag - Artikel 27.1 CMR - Wettelijke interest - Aanvang - Kapitalisatie - Artikel 1154 BW - Gerechtelijke aanmaning - Verzoekschrift hoger beroep
De aansprakelijke vervoerder is de wettelijke interest van 5% (art. 27.1 CMR) verschuldigd vanaf de dag waarop de ladingbelanghebbende zijn vordering schriftelijk instelt.
Nu het CMR-Verdrag geen regeling inhoudt betreffende de betaling van de vervallen interesten aan 5 %, die de vervoerder verschuldigd blijft, beheerst de Belgische wet (tussen twee Belgische vennootschappen) de betaling van de vervallen interesten.
Artikel 1154 BW laat kapitalisatie van de interesten toe wanneer de gerechtelijke aanmaning betrekking heeft op interesten die minstens voor een vol jaar verschuldigd zijn. De neerlegging van een verzoekschrift tot hoger beroep kan gelden als zulke gerechtelijke aanmaning wanneer het de aandacht van de schuldenaar op dergelijke kapitalisatie vestigt.
TRANSPORT
Transport par route - Transport international - Convention CMR - Article 12.1 CMR - Expéditeur - Donneur d'ordre - Droit de réquisition - Contrat de vente - Contrat de transport
Le donneur d'ordre du transport, qui est mentionné comme expéditeur sur la CMR, a le droit de disposer des marchandises ainsi qu'à une indemnité en cas de perte des marchandises. La relation achat-vente entre l'expéditeur et son acheteur ne tient pas compte de l'ordre de transport CMR et de son bonne exécution. Le transporteur ne peut dès lors pas se prévaloir du contrat achat-vente pour dénier à l'expéditeur son droit de réquisition (avec renvoi à: Cass. 29 juin 2006, RG C04203N, www.juridat.be ).
TRANSPORT
Transport par route - Transport international - Convention CMR - Article 12.1 CMR - Droit de réquisition de l'expéditeur et ses assureurs
Rien n'empêche l'expéditeur et ses assureurs de concentrer leurs intérêts dans une demande conjointe en paiement d'une indemnisation contre le transporteur, le paiement à l'un d'entre eux étant libératoire envers l'autre. Le transporteur n'est pas partie à une relation contractuelle entre l'expéditeur et ses assureurs et n'a dès lors pas de qualité pour introduire une contestation à propos d'éléments dont les parties directement concernées n'ont pas introduit de contestation et qu'elles peuvent régler de commun accord entre elles.
TRANSPORT
Transport par route - Transport international - Convention CMR - Article 17.2 CMR - Article 18.1 CMR - Vol - Responsabilité du transporteur - Preuve: déclarations du transporteur
Le transporteur est présumé responsable de la perte par vol. Les déclarations du chauffeur ne constituent pas de preuve suffisante de l'existence de circonstances exceptionnelles pouvant décharger le transporteur de cette responsabilité présumée.
TRANSPORT
Transport par route - Transport international - Convention CMR - Article 23.3 CMR - Article 29 CMR - Limitation de responsabilité - Aucun dol ou faute y assimilée
À défaut de dol ou de faute y assimilée au sens de l'article 29 CMR, le transporteur a le droit de limiter sa responsabilité au niveau financier conformément à l'article 23 CMR.
TRANSPORT
Transport par route - Transport international - Convention CMR - Article 27.1 CMR - Intérêt légal - Début - Capitalisation - Article 1154 C.civ. - Gerechtelijke aanmaning - Verzoekschrift hoger beroep.
Le transporteur responsable est redevable d'un intérêt de 5 % (art. 27.1 CMR) courant du jour de la réclamation intentée par le propriétaire de la cargaison.
Étant donné que la Convention CMR ne règle pas le paiement des intérêts échus dont le transporteur reste redevable, le paiement des intérêts échus est régi par le droit belge (entre deux sociétés belges).
L'article 1154 C.civ. permet la capitalisation des intérêts pourvu que dans la sommation judiciaire il s'agisse d'intérêts dus au moins pour une année entière. Le dépôt d'une requête d'appel peut être considéré comme une sommation judiciaire pourvu que la requête attire l'attention du débiteur à cette capitalisation.
Artikel 27.1 CMR en kapitalisatie van interesten?
Frans Ponet [1]

Volgens artikel 27.1 CMR bedraagt de interestvoet (het betreft moratoire interesten) 5 % per jaar. Het verdrag voorziet geen bepalingen in verband met de mogelijkheid om de interest te kapitaliseren.

De rechtspraak in verband met deze kwestie blijft verdeeld [2].

Een bepaalde strekking houdt voor dat inzake CMR-transport de rente niet kan worden gekapitaliseerd nu artikel 27.1 CMR niet in die mogelijkheid voorziet.

In een arrest van het Antwerpse hof van beroep van 30 mei 1990 wordt o.m. gesteld dat artikel 1154 BW geen toepassing kan vinden nu deze bepaling een algemene regel is waarvan door de specifieke regeling van artikel 27.1 CMR wordt afgeweken.

In het geannoteerde arrest stelt het hof van Gent dat artikel 27.1 CMR geen regeling inhoudt wat betreft de betaling van de vervallen rente zodat moet worden teruggegrepen naar de wet die volgens de IPR-regelen toepasselijk is.

Ter zake was dit de Belgische wet zodat het hof toepassing maakt van artikel 1154 BW in verband met de mogelijkheid om de vervallen interesten te kapitaliseren met inachtneming van bepaalde modaliteiten (zoals het aanwezig zijn van een gerechtelijke aanmaning die het hof terugvindt in het verzoekschrift tot hoger beroep).

De zienswijze van het hof sluit o.m. aan bij deze van het Franse Hof van Cassatie [3].

Nu artikel 27.1 CMR geen regeling inhoudt met betrekking tot kapitalisatie van de interesten, kan toepassing van nationaal recht niet strijdig zijn met de dwingende bepalingen van het CMR-Verdrag.

[1] Ponet & De Vleeschauwer - Antwerpen.
[2] Zie noot F. Stevens onder Antwerpen 8 mei 2005, TVR 2006, p. 63.
[3] Zie o.m.: Cass. fr. 25 november 1997, ETL 1999, p. 119.