ACTUALITEIT/ACTUALITÉ
Actualiteit Mededinging (1 APRIL - 30 JUNI 2008) |
INHOUDSTAFEL
België - Auditoraat en Raad voor de Mededinging
Beslissing nr. 2008-I/O-14-AUD van 9 april 2008- Erkende ophalers van slachtafval
Beslissing nr. 2008-I/O-15 van 15 april 2008- Intérêts vétérinaires - Dierenartsenbelangen
Beslissing nr. 2008-C/C-16 van 25 april 2008 - Tecteo/Brutele - Câble wallon
Arrest n° 182.326 van de Raad van State van 24 april 2008, Dimarso/Nationale Bank
Raadpleging betreffende de groepsvrijstelling verzekeringen, gepubliceerd op 17 april 2008
Mededeling van 20 mei 2008, over staatssteun in de vorm van garanties
Persbericht van 24 juni 2008in verband met het liftenkartel
Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 10 april 2008, Deutsche Telekom/Commissie, T-271/03
België - Auditoraat en Raad voor de Mededinging |
Beslissing nr. 2008-I/O-13 van 4 april 2008- Bayer AG - Ferro (Belgium) SPRL - Lonza SpA en Solutia Europe S.A. |
De Raad voor de Mededinging heeft voor het eerst een beslissing genomen die is gebaseerd op het Belgische clementieprogramma. Nadat Bayer een clementieverzoek had ingediend, werd een onderzoek gestart naar een kartel in de markt voor het product BBP (bestanddeel voor PVC-producten). Het kartel bestond uit prijsafspraken, afspraken inzake markt- en klantenverdeling, verkoopquota en de uitwisseling van gevoelige informatie met als doel de instandhouding van de respectieve marktaandelen van de deelnemers en vormt een zeer zware inbreuk op de mededingingsregels. Aangezien het kartel als een voortdurende inbreuk moet worden beschouwd, begint de verjaringstermijn slechts te lopen op het moment dat de inbreuk is beëindigd en neemt de Raad in deze zaak de volledige duur (van 1994 tot midden 2002) in aanmerking.
In totaal wordt een bedrag van 487.755 EUR aan boetes opgelegd. Bayer verkreeg immuniteit terwijl de overige bij het kartel betrokken ondernemingen (Ferro, Solutia Europe en Lonza) elk een vermindering van geldboeten kregen. Voor de berekening van de boetes neemt de Raad enkel de verkopen gerealiseerd op de Belgische markt in aanmerking (hoewel de markt Europees werd afgebakend) teneinde rekening te houden met eventuele beslissingen van andere mededingingsautoriteiten over dezelfde feiten.
Beslissing nr. 2008-I/O-14-AUD van 9 april 2008- Erkende ophalers van slachtafval |
Het auditoraat heeft de klacht van de Landsbond der Beenhouwers, Spekslagers en Traiteurs van België in verband met een vermeend kartel of een misbruik van machtspositie in de sector van de ophaling en verwerking van slachtafval geseponeerd. De mededingingsautoriteit heeft, ondanks diverse verzoeken om inlichtingen waarop amper bruikbare antwoorden kwamen en een huiszoeking bij de onderneming Rendac, onvoldoende aanwijzingen voor het bestaan van een restrictieve mededingingspraktijk kunnen verzamelen.
Beslissing nr. 2008-I/O-15 van 15 april 2008- Intérêts vétérinaires - Dierenartsenbelangen |
Het toenmalige Korps Verslaggevers had in 2005 ambtshalve een onderzoek geopend naar de richtprijzen die werden verspreid door een beroepsvereniging van dierenartsen. De VZW Dierenartsenbelangen gaf in de vorm van het Vademecum Diergeneeskunde gedetailleerde tarieven uit die werden bestempeld als richttarieven. De auditeur had voorgesteld om een inbreuk vast te stellen op artikel 2 WBEM maar de Raad oordeelt dat geen bewijs voorligt van een restrictieve mededingingspraktijk.
Hoewel de publicatie van richttarieven een indicatie vormt van een mogelijke inbreuk op de mededingingsregels, besluit de Raad dat het geheel van de specifieke omstandigheden van deze zaak niet toelaten deze inbreuk ook daadwerkelijk vast te stellen. De Raad wijst o.m. op de bedoeling van het vademecum (houvast bieden aan beginnende dierenartsen), de uitdrukkelijke vermelding dat het gaat om niet-bindende richttarieven, het feit dat de niet-naleving van de tarieven niet werd gesanctioneerd met bijvoorbeeld tuchtstraffen en het feit dat er geen indicaties waren dat de naleving van de tarieven werd opgevolgd door de vereniging. Bovendien was het aantal dierenartsen dat de tarieven toepaste zeer beperkt zodat de tarieven in de praktijk evenmin als bindend werden ervaren en is het lidmaatschap van de vereniging geen voorwaarde voor de uitoefening van het beroep van dierenarts in België.
Beslissing nr. 2008-C/C-16 van 25 april 2008 - Tecteo/Brutele - Câble wallon |
Na een grondig onderzoek [1] heeft de Raad voor de Mededinging de verwerving van de kabelactiviteiten van acht Waalse intercommunales door Tecteo en de fusie tussen Tecteo en Brutele goedgekeurd onder voorwaarden. De voorwaarden strekken er, enerzijds, toe te verhinderen dat de partijen hun onderhandelingsmacht zouden gebruiken om voorwaarden op te leggen die de toegang van niet-betalende televisiezenders tot een ander platform dan de door partijen gecontroleerde kabel, moeilijk of onmogelijk zou maken en, anderzijds, te verhinderen dat de partijen op discriminerende wijze een televisiezender de toegang tot de kabel zouden ontzeggen. De opgelegde voorwaarden en verplichtingen zijn geldig tot en met 30 juni 2011.
België - Hoven en rechtbanken |
Arrest n° 182.326 van de Raad van State van 24 april 2008, Dimarso/Nationale Bank |
In deze zaak oordeelt de Raad van State dat, ook indien een groot prijsverschil bestaat tussen de offertes van verschillende inschrijvers (waarvan de laagste in casu werd ingediend door een sociale werkplaats), de aanbestedende overheid niet verplicht is om na te gaan of de steun die een erkende sociale werkplaats geniet, geen verboden staatssteun in de zin van artikel 87 EG-Verdrag inhoudt.
Een dergelijke verplichting zou ertoe leiden dat de aanbestedende overheid zich in de plaats stelt van het Vlaamse Gewest die toeziet op de naleving van de regelgeving inzake de erkenning als sociale werkplaats (die een verbod inhoudt om middelen te hanteren die marktverstorend zijn naar prijszetting toe).
EG - Europese Commissie |
Witboek van 2 april 2008, betreffende schadevergoedingsacties wegens schending van de communautaire mededingingsregels, Com(2008) 165 definitief |
De Europese Commissie heeft in een witboek een aantal suggesties uiteengezet voor concrete maatregelen om het verkrijgen van vergoeding voor de schade als gevolg van een inbreuk op de mededingingsregels te vergemakkelijken. Zo stelt de Commissie onder meer voor om het instellen van collectieve schadevorderingen (via geschikte belangenbehartigers of via een stelsel waarbij de slachtoffers er uitdrukkelijk voor kiezen om hun eisen in één enkele dagvaarding te bundelen) te vergemakkelijken, om minimumregels te voorzien inzake toegang tot het bewijsmateriaal (onder strikte voorwaarden), om eindbeslissingen van nationale mededingingsautoriteiten als voldoende bewijs van een inbreuk te laten gelden en om toe te laten dat de partij die de inbreuk heeft begaan, de zgn. “passing-on defence” inroept indien de eiser de meerprijs die het resultaat is van de inbreuk, heeft doorgerekend aan zijn eigen klanten (en derhalve geen eigen schade heeft geleden).
De Commissie zal een definitief standpunt innemen over deze suggesties (en desgevallend een voorstel indienen voor Europese wetgeving) na de analyse van alle commentaren op het witboek die tot 15 juli 2008 kunnen worden ingediend.
Raadpleging betreffende de groepsvrijstelling verzekeringen, gepubliceerd op 17 april 2008 |
De Europese Commissie onderzoekt of er voldoende redenen bestaan om de groepsvrijstellingsverordening betreffende bepaalde samenwerkingsovereenkomsten tussen verzekeringsondernemingen te verlengen of te vervangen door een mededeling. Daartoe heeft de Commissie een raadplegingsdocument gepubliceerd. Na verwerking van alle opmerkingen zal de Commissie een rapport opstellen.
Mededeling van 20 mei 2008, over staatssteun in de vorm van garanties |
In een nieuwe mededeling over staatssteun in de vorm van garanties legt de Europese Commissie de regels vast voor de berekening van het staatssteunelement in garanties die door de overheid worden verleend; om te achterhalen of de premie voor een garantie marktconform is, is een correcte risicobeoordeling vereist. In het bijzonder worden de regels voor het verlenen van garanties aan KMO's vereenvoudigd.
Persbericht van 24 juni 2008in verband met het liftenkartel |
De Europese Commissie heeft bij de rechtbank van koophandel te Brussel een vordering ingediend tegen vier liftenbouwers aan wie in februari 2007 door de Commissie een geldboete van in totaal 992 miljoen EUR was opgelegd. De Commissie vordert vergoeding van de schade die de EU-instellingen zelf hebben geleden als gevolg van het kartel en wil hiermee zelf het goede voorbeeld geven voor andere slachtoffers.
Verordening (EG) nr. 622/2008 tot wijziging van verordening (EG) nr. 773/2004 en mededeling betreffende schikkingsprocedures in kartelzaken, gepubliceerd op respectievelijk 1 juli 2008en 2 juli 2008 |
De Europese Commissie heeft een schikkingsprocedure ingevoerd voor kartelzaken. Indien de Commissie, op verzoek van de betrokken onderneming, beslist om deze procedure toe te passen, vinden schikkingsgesprekken plaats met de Commissie waarbij de betrokken onderneming wordt geïnformeerd over de belangrijkste elementen en het bewijsmateriaal waarover de Commissie beschikt. In ruil voor een erkenning door de onderneming van haar deelname aan de inbreuk en haar aansprakelijkheid in een (schriftelijke of mondelinge) verklaring met het oog op een schikking, kan het bedrag van de op te leggen geldboete worden verminderd met 10%. De vermindering van de geldboete kan worden gecumuleerd met een eventuele vermindering die wordt verkregen na toepassing van de clementiemededeling.
De Europese Commissie behoudt een ruime beoordelingsmarge om te bepalen welke zaken in aanmerking komen voor de schikkingsprocedure of om de gesprekken op een bepaald moment stop te zetten. De procedure is in werking getreden op 1 juli 2008 [2].
EG - Rechtspraak |
Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 10 april 2008, Deutsche Telekom/Commissie, T-271/03 |
Het Gerecht bevestigt de beschikking van de Europese Commissie waarin werd vastgesteld dat de eindgebruikerstarieven die Deutsche Telekom toepaste voor analoge en digitale toegangslijnen tot het vaste openbare telefoonnetwerk, aanleiding gaven tot een zgn. prijsklem (price squeeze) voor haar concurrenten die hogere groothandelstarieven moesten betalen aan Deutsche Telekom. Een dergelijke praktijk vormt een misbruik van machtspositie. Op grond van deze beschikking werd eveneens een geldboete opgelegd aan Deutsche Telekom.
Het Gerecht oordeelt dat Deutsche Telekom geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid die het Duitse reglementaire kader haar bood om haar eindgebruikerstarieven te verhogen waardoor de prijsklem voor een deel kon worden opgeheven. Het Gerecht bevestigt ook dat de Commissie niet moest aantonen dat de eindgebruikerstarieven op zich een misbruik vormden: het misbruik was immers gelegen in de onbillijke marge tussen groothandels- en eindgebruikerstarieven. Ten slotte moet, voor de beoordeling of de tariefpraktijken van een onderneming met een machtspositie een misbruik vormen, uitgegaan worden van haar eigen tarieven en kosten en niet van de situatie van de concurrenten.
Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van, 26 juni 2008 Sociedade Independente de Comunicaçào (SIC)/Commissie, T-442/03 |
Het Gerecht onderzoekt in deze zaak een Commissiebeschikking waarbij bepaalde steunmaatregelen ten gunste van de Portugese openbare omroep RTP verenigbaar werden verklaard met de gemeenschappelijke markt (art. 1) en andere maatregelen niet als staatssteun werden aangemerkt (art. 2). Het Gerecht vernietigt artikel 1 omdat de Commissie haar verplichting om een zorgvuldig en onpartijdig onderzoek te voeren, heeft geschonden door bepaalde externe controleverslagen betreffende de vervulling van de openbare dienst, niet op te vragen bij de Portugese overheid. Artikel 2 van de beschikking wordt vernietigd voor zover de vrijstelling van met de omvorming tot een naamloze vennootschap gepaard gaande notaris- en registratiekosten niet als staatssteun werd beschouwd omdat de Commissie niet had onderzocht of dergelijke vrijstelling geen specifiek voordeel verschafte aan RTP.
Voorts bevestigt het Gerecht dat artikel 86, lid 2 EG-Verdrag niet vereist dat een lidstaat een openbare aanbesteding uitschrijft alvorens de openbare omroepopdracht (een dienst van algemeen economisch belang) te kunnen toewijzen aan een onderneming.
Advocaat bij de balie van Brussel
[1] | Voor een gedetailleerde bespreking van de antecedenten van deze zaak, zie M. Pittie, “L'affaire Tecteo/Brutele - Câble wallon ou le contrôle belge des concentrations au rythme des questions préjudicielles”, T.B.H. 2008, 402 . |
[2] | Voor een bespreking van het ontwerp van deze twee documenten, zie reeds T.B.H. 2008/4, (366) 367. |