Article

1. VERZEKERING – 2. NATUURRAMPEN – 1. Algemeen – Motorrijtuigen – Controle – 2. Verzekering, R.D.C.-T.B.H., 2008/7, p. 672-673

1. VERZEKERING - 2. NATUURRAMPEN

1. Algemeen - Motorrijtuigen - Controle - 2. Verzekering

Wet van 8 juni 2008 houdende diverse bepalingen
Wijzigingen inzake verzekeringen
1. Verzekering BA-motorrijtuigen

De artikelen 13 t.e.m. 19 van de wet van 8 juni 2008 omvatten een (laattijdig) omzetting van enkele bepalingen van de zgn. Vijfde Europese richtlijn motorrijtuigenverzekering (2005/14/EG) van 11 mei 2005. Bij de eerdere omzetting van de zgn. Vierde motorrijtuigenrichtlijn (2000/26/EG) van 16 mei 2000 bij wet van 22 augustus 2002, werd reeds geanticipeerd op sommige bepalingen van de (toen ontwerp) Vijfde Richtlijn, zoals de toepassing van de schaderegelaar, de bevoegdheid van het GMWF als schadevergoedingsorgaan en de versnelde vergoedingsregeling op ongevallen voorgevallen in België.

Mede hierdoor zijn de huidige correcties van de bestaande wetgeving beperkt tot:

    • de uitbreiding van de regel van de Gemeenschapsbrede dekking van de polis door de bepaling die uitdrukkelijk voorziet dat ieder verblijf van het verzekerde motorrijtuig in een andere staat van de EER gedurende de duur van de overeenkomst niet kan aangezien worden als een verzwaring of vermindering van het verzekerde risico, nog aanleiding geven tot wijziging van de verzekering. Van zodra het verzekerde motorrijtuig ingeschreven wordt in een andere staat dan België, is de verzekering echter van rechtswege beëindigd (art. 3 § 1), nieuw derde lid WAM-Wet);
    • de invoering van een schadeattest betreffende de ingestelde vorderingen (of de afwezigheid ervan) ten aanzien van het door de overeenkomst gedekte motorrijtuig. Met dit schadeattest kan de verzekerde zijn schadeverleden staven tegenover een nieuwe verzekeraar met wie hij wil contracteren (vervanging art. 7 WAM-Wet);
    • de verplichting tot mededeling aan de Commissie van een lijst van de personen die vrijgesteld zijn van de verzekeringsverplichting (art. 19bis-7 WAM-Wet);
    • de verplichting voor het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds tot vergoeding van materiële schade in geval van niet-identificatie van het schadeveroorzakend voertuig (vluchtmisdrijf), wanneer de verzekerde aanzienlijk lichamelijk letsel heeft geleden. Naar Belgisch recht wordt beschouwd als aanzienlijk lichamelijk letsel, een lichamelijk letsel dat, ingevolge het ongeval, ofwel de dood van de benadeelde, een bestendige invaliditeit van 15% of meer, een tijdelijke invaliditeit van een maand of meer of een hospitaalopname van 7 dagen of meer heeft veroorzaakt. De Koning kan de voorwaarden, waaronder een lichamelijk letsel als aanzienlijk wordt beschouwd, nader bepalen of de lijst ervan aanvullen (wijziging art. 19bis-13 § 3 WAM-Wet). België heeft geen gebruik gemaakt van de optie om een vrijstelling van maximum 500 EUR voor materiële schade op te leggen;
    • de toekenning van het recht voor bijkantoren van buitenlandse verzekeringsondernemingen om op te treden als vertegenwoordiger voor activiteiten op het gebied van motorrijtuigenverzekering (wijziging art. 68 § 1, 4°, tweede streepje wet van 9 juli 1975 controle op verzekeringsondernemingen);
    • de invoering van de regel dat bij uitvoer van het motorrijtuig de lidstaat waar het risico gelegen is, gelijkgesteld wordt met de lidstaat van bestemming van het motorrijtuig gedurende 30 dagen vanaf de aanvaarding van de levering ervan door de koper (zelfs indien het motorrijtuig in de lidstaat van bestemming niet officieel geregistreerd is (wijziging art. 2 § 6, 8°, c) wet van 9 juli 1975). Deze regel vormt een uitzondering op de regel dat het risico betreffende motorrijtuigen gelegen is in de lidstaat van registratie. Ze beoogt het grensoverschrijdend kopen van motorrijtuigen te vereenvoudigen.
    2. Verzekering van natuurrampen

    Artikelen 20 en 21 van de wet van 8 juni 2008 houdende diverse bepalingen wijzigen artikel 68-8 § 2 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomsten inzake de limiet van de tussenkomst van iedere verzekeraar in de vergoeding van de schade veroorzaakt door natuurrampen in brandverzekeringsovereenkomsten voor eenvoudige risico's. De oorspronkelijke bepaling was vernietigd door het arrest van het Grondwettelijk Hof nr. 39/2007 van 15 maart 2007 (B.S. 28 maart 2007). Deze bepaling treedt in werking op 1 juli 2008.